woensdag 22 augustus 2007
Wonderen bestaan.
Ieder mens maakt wel eens iets wonderbaarlijks mee. Als ik het zo bekijk heb ik er zeker wel 5 meegemaakt, grote en kleine wonderen. Daar wil ik er drie van vertellen. Het eerste kleine wonder, dat kan ik zelf nog steeds niet geloven, zoiets buitengewoons is het. Na mijn scheiding ging ik werken als bejaarden hulp bij een gewezen procuratiehouder van Unilever, die een Engelse vrouw had. Deze vrouw, die ook erg dement was sprak alleen nog Engels, vandaar dat ik er geplaatst werd. Door mijn Schotse grootmoeder Elsie spraken wij van jongs af aan vrij goed Engels. Het was een schat van een vrouw, dat kon van hem niet gezegd worden. Ze had onder ander een stoma, die nog wel eens kapot ging, wat een vreselijk vies werkje was om schoon te maken. Ik heb er heel hard gewerkt en heel veel extra's voor ze gedaan zoals de keuken witten en de badkamer enz.. Als dank kreeg ik bij mijn vertrek, zij ging naar een verpleeghuis, een echte antieke uit 1880 staande carbietlamp met een hele mooie witte porseleine kap. De kap paste precies op een ijzeren ring en was plat van boven en liep dan rond naar beneden met een gleuf er in voor een kralen rand, een heel aparte kap nooit eerder gezien. Jaren heeft hij als mooi stukje antiek bij ons gestaan en dacht ik vaak aan haar. Op een dag tijdens een verbouwing werd hij verplaatst en viel de witte porseleine kap er af, in duizend stukken. Wat was ik verdrietig, zo'n kap vind je nooit meer. Jaren later, wonend hier in zeeland, was er vlakbij Zierikzee een hele grote vuilstortplaats en alles werd er op een klein bergje geschoven. Ieder jaar zijn er ook rommelmarkten en iedereen die wat te verkopen heeft probeert dat aan de toeristen te verkopen. Om vijf uur gaat alles wat niet verkocht is in een vuilniswagen naar het stort, van allerlei verschillende plaatsen van ons eiland en de berg werd bijna7 meter hoog met stoelen, tafels, wasmachines, haardrogers, kastjes, aardewerk, speelgoed en plastic enz. enz.. Op dezelfde dag dat dit gebeurde gingen wij met een aanhanger vol troep naar het stort. Vol verbazing keek ik naar de enorme berg, waarop al een stuk of tien mensen aan het zoeken waren naar leuke hebbedingetjes. Willem gooide alles van onze aanhanger erbij en ik kroop voorzichtig loerend de berg op, het was zeker niet de eerste keer dat wij weer met een half volle kar terug gingen, dus riep Willem: alsjeblieft geen spullen meer meenemen. Al die andere mensen riepen: alles is toch kapot, wat zoek je? Eigenlijk niets, ik kijk zomaar. Je moest er voorzichtig zijn, want tafels en stoelen lagen over elkaar en voor je het wist zakte je met een stoel de diepte in of halverwege. Heel voorzichtig loerde ik overal tussen om te zien of ik nog wat leuks zag. En daar, daar beneden in een gat naast een wasgoedrek, tussen drie stoelen zag ik iets wits. Ik riep: ik zie iets van porselein ,waarop de meesten begonnen te lachen. Dat is zeker kapot. Heel voorzichtig dook ik met mijn arm naar beneden en haalde uit het duister een, dacht ik, ronde schaal. Toen ik het met veel moeite naar boven kon halen bleek het een prachtige puntgave porseleine kap van een lamp te zijn. Ik gilde: Willem, kom, kom, iedereen die er ook was kwam naar mij toe en ze riepen allemaal: he Willem, kom een wonder, hij is helemaal heel. Grote consternatie. Iedereen wilde hem zien, ze konden het niet geloven, uit de vuilniswagen gestort en nog heel, een wonder. Maar het grootste wonder moest nog komen. Hij paste precies op de carbietlamp en had zelfs het gleufje voor de kralen ketting. dinkie
donderdag 16 augustus 2007
nog meer muziek.
Als je 72 bent heb je eigenlijk alles wel gehad en zie je nog een klein restant leven voor je, dat je naar eigen keuze kunt invullen, zolang je gezondheid het toelaat. Genieten kun je overal en in Holland is er veel te genieten, heel veel. Zo kwamen wij bij toeval, bestaat toeval eigenlijk?, aan een Indiase film, Bombay geheten. Het is een geweldig goed verhaal, maar wat ons nog het meest fascineerde was de muziek en de dansen, wat een perfectie. Ongelooflijk, het had ons helemaal beet. Daarna kwam, na veel moeite, de tweede Indiase film, Kabhi Kushi Kabhie Gham, daar in waren de dansen, de interieurs en de kleding overweldigend en zo gracieus mooi en elegant, in een woord een streling voor het oog. Van beide dramatische mooie films hebben wij nu ook de muziek op cd. En s'morgens aan het ontbijt in ons echt zeeuwse vlasboerderijtje, dreunt bij ons de beeldige Indiase muziek en zitten wij (72 en 66 jarige) te genieten. Wie had dat nu ooit verwacht.
zondag 12 augustus 2007
De enge buurvrouw
In Indonesie, in Soerabaja, hadden wij zoals mijn moeder het noemde een doodenge buurvrouw. Ze had een soort vleermuizen(kalongs) in kooien op de veranda en wij mochten niet met haar omgaan . Niets is voor een kind zo spannend als een enge buurvrouw. Af en toe gluurden wij door de heg naar haar en maakten mijn broer en ik elkaar nog banger. Ze fascineerde ons, haar stem was luid en hard. Ze was groot en zag er in haar lange jurken en lange wilde haren, grijs zwart ook echt wel eng uit. Haar stem deed ons rillen. Op een dag hadden wij er genoeg van en toen iedereen s'middags lag te slapen slopen wij naar de heg en met wat hout en stenen konden wij er helemaal over heen hangen en haar veranda goed zien. Daar stonden de grote kooien met hangende vleermiuzen, heel veel.Ineens stond ze naast ons, ik bleef er bijna in maar tot onze verbazing vroeg ze of wij in de tuin wilden komen, met een barse stem, eigenlijk niet, maar wij deden het wel. Bibberend bleven we onder aan de veranda staan, zij begon een lang verhaal over kalongs, maar het enige waar wij aan dachten was hoe kom ik hier weg en zo vlug als we konden renden wij terug naar huis. Twee jaar later, wij zaten geinterneerd in kamp Solo, waar het voor mijn moeder als astma-patient veel te heet was. Ze lag meer in dan uit het kampziekenhuis. Via zeer slinkse omwegen kregen de nonnen het voor elkaar dat zij met ons en mijn grootmoeder op transport werd gezet naar kamp Moentilan in de bergen. Daar zaten heel veel marinevrouwen, die erg met elkaar optrokken. Wij gingen per trein in dichtgeplakte goederenwagons, zonder eten en licht, het duurde wel drie dagen vol kommer en kwel en het laatste stuk moesten wij lopen de bergen in, urenlang, het was heel zwaar, vooral voor mijn grootmoeder, die toen in de vijftig was. De gedachte om het op te geven kwam vaak in je op maar de consequensies waren dermate, dat je het wel uit je hoofd liet. Eindelijk, daar was het kamp, hele groepen vrouwen stonden ons op te wachten om ons te helpen met water en wat eten. Wat schetste onze verbazing toen wij onze namen hoorde noemen, heel hard en heel duidelijk, wie sloot ons in haar grote armen alsof wij haar kinderen waren, de doodenge buurvrouw. Zij had een geweldig eigen plaatsje in het kamp, een soort van eigen hutje met van alles.We werden er verwelkomd en alles wat ze had deelde zij met ons, er ook voor zorgend, dat wij gebaad en gewassen werden en ze vocht als een leeuwin voor onze plek in een van de loodsen en zorgde ervoor, dat mijn moeder een baantje in de keuken kreeg. En de doodenge buurvrouw bleek achteraf een hele lieve fee voor ons te zijn.
woensdag 8 augustus 2007
wonen op een aardstraal
Het huis van mijn jongste zoon heet de Vijf Zinnen, wat ik een hele mooie naam vind en het is gebouwd omstreeks 1885 en het was toen ter tijd een boerderij, het is groot en wel 10 keer verbouwd. Hier en daar vind je nog iets heel ouds. Ons huis is ook van 1884 of eerder, maar bestond uit een huisje en een winkel, waar vlees verkocht werd en is inmiddels ook helemaal verbouwd. Zo'n oud huisje blijft je werk verschaffen, het houdt nooit op, maar het heeft een sfeertje, dat vind je nergens meer, het ligt als een deken om je heen. Er kwam hier een waarzegster bij ons op bezoek, een echte hele goede, die toen bijna 80 was geworden en waar ik in de loop der tijden altijd om de zoveel jaar naar toe was gegaan en wat altijd was uit gekomen en zij vond dat er hier een geweldige aardstraal door het huis liep en zei tegen ons:" je moet hier nooit weg gaan". Het was ons was wel opgevallen, dat sinds wij hier woonden, wij heel weinig last hadden van problemen, alles loopt gewoon op rolletjes en het merkwaardige was ook, dat alles wat hier in de tuin werd geplant ontzettend groeide en ook altijd heel erg hoog werd, eerst valt het je niet op, maar soms nam het zulke proporties aan dat er bomen en struiken uit moesten, die bij anderen er jaren over deden die hoogte te bereiken. Zo hebben wij een treurwilg, die zo gigantisch groot is geworden, dat het gewoon eng is. Hij staat er nu 25 jaar, maar even verder op staat er ook een vanaf 1953 en die stam is stukken dunner en veel minder scary groot. De groei hier is bijna niet tegen te houden, zo hard en hoog groeit hier alles. Het grappige is ook dat iedereen, die hier komt ook altijd zegt, wat een klein paradijsje, er is bijna nooit iemand geweest, die dat niet gezegd heeft, wij wachten er zelfs al op. Ook waren er eens twee wildvreemde Amerikaanse vrouwen, die ik had geholpen in Zierikzee, ze waren de weg kwijt en die ik thuis had uitgenodigd, omdat ik ze reuze aardig vond en ze een beetje verdwaald leken, die zeiden het ook, a little paradise, toen ze hier binnen kwamen. Nu is het zo dat wij plannen hebben om te verhuizen en dit plekje te koop komt, wij willen in Drenthe gaan wonen, maar hoe vind je nu weer een huisje met een goede aardstraal, dat ons weer net zoveel geluk brengt, kijken naar de hoogte van alle bomen of voelen of het goed voelt, hopen dat het ons lukt om zo iets te vinden. Wist ik het maar waar ik dan naar moet kijken en zoeken, wie het weet mag het zeggen. Wij zullen er ons uiterste best voor doen, maar of wij het zullen vinden is de vraag?. Ik hoop van harte van wel. Dinkie.
dinsdag 7 augustus 2007
muziek.
Het behoort tot de Nederlandse cultuur, dat je gek bent van klassieke muziek. mijn moeder en haar broer Dennis hebben allebei 8 jaar pianoles gehad en Dennis zelfs conservatorium, beiden speelden doorlopend piano. Mijn hele jonge jaren zijn gevuld met klassieke muziek, het was het enige dat mijn broer en ik hoorden. Dennis gaf soms concerten bij ons op de veranda, thuis in ned. indie, voor de hele straat. Ons eerste contact met andere soorten muziek was aan boord van het troepentransportschip de Amhurst Victory na de capitulatie en tijdens de aanvallen van de Indonesiers gingen wij met dat schip van Samarang naar Batavia (Djakarta). Liedjes zoals dont fence me in en give me five minutes more ,al die oorlogs liedjes die de Engelsen zongen vonden wij geweldig. Er ging een wereld voor mij open en die was vrolijk, geestig en opgewekt. Sinds die tijd maakten wij kennis met Glenn Miller, Benny Goodman, Gene Krupa, Xavier Gugat en nog heel veel anderen. In het Tjideng kamp in Batavia, waar wij wachtten op transport naar Holland, gingen wij ieder week naar de openlucht bioscoop in het kamp, geweldig, Diana Durbin, Shirley Tempel en nog vele andere beroemde sterren hebben wij er gezien, ook met heel veel vrolijke muziek en na al die droefheid om ons heen was dit een zeer opliftende ervaring. In onze tienertijd zwijmelden ook wij op muziek, maar wij dansten dicht tegen elkaar aan, want in die tijd ging je naar dansles en leerde je stijldansen, foxtrot, walsen, chachacha, tangos enz. De grootste dansclub was Kuipers, die gaven een keer per jaar een heel groot bal in het Kurhaus in Scheveningen met drie verschillende bands, wat een feest was met baljurken pettycoats hoge hakken enz. Ons uitgaans centrum was Scheveningen,Pia Beck ,dixilandbands en nog veel meer. Toen ik een vriendje kreeg, die adelborst was, waren er nog meer feesten, feeen bals, ook in Nijenrode een geweldige tijd met Louis Arstrong, ,Ella Fitzgerald, Nat King Cole, Errol Garner en Frank Sinatra en nog heel veel meer. Toen kwam de echte Jazz op ons af, daarna the blues, rock en roll enz. Op het Rijnlands Lyceum in Wassenaar hadden wij ook een groot eind bal ieder jaar in avondjurk en heren in smoking. Peter Schilperoort kwam er spelen met zijn band (DSC) en nog vele anderen. Ook waren er op school jongens, die fantastisch boogie woogies konden spelen en wij genoten. Nu zo'n 55 jaar later, nu alles bijna voorbij is, vinden wij via de computer op you-tube, al deze muziek weer terug en met de muziek komen al onze herinneringen weer terug van die 8 geweldige jaren, die ik koester, pracht- herinneringen van veel muziek, heel veel muziek. Wat is er veel gebeurd in die 55jaar, denk aan al die nieuwe stromingen van grote bands tot nu toe, de Beatles, Elvis, Joe Cocker, The Rollingstones, woodstock, Queen, Motown, Soul, Andy Williams, Tom Jones en nog heel veel meer, het hele scala nieuwe bewegingen barstte los ook op gebied van film van de lieve musical naar Mash en Hair, te veel om allemaal op te noemen en al deze vrolijke ontwikkelingen hebben van mij een echte muziekliefhebber gemaakt, maar wel van allerlei soorten, die mijn leven in 55 jaar doorkruist hebben en heerlijke herinneringen hebben achtergelaten. Gelukkig komt er nu weer een hele nieuwe stroom van jong talent, zoals Norah Jones, Katie Meluah, Peter Cincottie, Michel Buble, Madeleine Peroux en Dianne Krall. Ook daar kunnen wij nu nog van genieten en dat doen wij dan ook met hart en ziel, ook nog van klassiek.
Abonneren op:
Posts (Atom)