woensdag 10 februari 2010

Elsie met Gwen en Elsie met Dennis .

Elsie met Gwen, Elsie met Dennis toen hij 20 was en een stukje over oom Den toen. Dinkie

Posted by Picasa

maandag 8 februari 2010

Vervolg Elsie

 Vervolg Elsie.
Na vier jaar Jappenkamp en 63 jaar oud, kwam zij met ons in Holland aan. Alles wat ze had achtergelaten was ze kwijt en ook zei moest helemaal van onderaf aan opnieuw beginnen. Zij huurde een grote etage op de Minrebroederstraat 11 bis in Utrecht, vlak bij de dom, van vier zusters, die alle vier bij elkaar op de parterre woonden. Deze vier in het zwart geklede zusters waren weg van mijn grootmoeder en waakten al kwebbelend over haar. Heel veel gezinnen vertrokken na de oorlog naar Canada, Australie en Nieuw-Zeeland, haar business was booming. Elsie is een baken in mijn leven geweest, een baken van wilskracht, zelfstandigheid en zachtheid. Zachtheid, leerde ik van haar, was niet synoniem voor zwak, het kon ook heel sterk zijn. Zij las heel veel, was altijd spiritueel bezig. Als ik er die 14 dagen logeerde ieder jaar, was dat al een fascinerende gebeurtenis. Haar grote zitkamer was al weer beeldig ingericht, dan had je achter de grote brede zitkamer een gang en op die gang kwamen twee deuren uit, een was haar slaapkamer, ruim en hoog, de andere was haar rommelkamer. Door de gang, dan de hoek om, was er een heel klein keukentje, stervend koud in de winter. Boven haar nog twee etages met allemaal studenten, die zij ook vaak hielp met hun Engels. Iedere ochtend om 7 uur ging haar wekker, dan deed ze eerst in bed been massage, dan gymnastiek en zong er bij, every day and in every way I get better and better. Als haar zoon Dennis bij haar logeerde, zong hij altijd you get fatter and fatter. Daarna hielp ik haar in haar korset met baleinen, ongelooflijk zo strak zat dat. Dan uitgebreid make-up opgedaan, daarna uitgebreid ontbeten met heel veel thee en om tien uur dertig de eerste les, s' middags ook en 's avond soms ook. Een keer in de week gingen wij bij V en D om twaalf uur warm eten met tafeltjes, gedekt met witte tafellakens en grote witte servetten en een ober. Daarna naar de bioscoop, waar zij haar vaste stoel had. De rest van de week gingen wij nog tweemaal naar de film en aten 's avonds bij de studenten in de mensa. Iedere Dinsdag was haar jour, dan kon iedereen komen, had ze van alles in huis en er kwamen dan ook altijd vrienden, kennissen en soms familie, dat was altijd een hele gezellige dag vol verrassingen. Als zij les gaf ging ik vaak naar de studenten boven kletsen of mijn boeken lezen, heerlijk op haar grote bed. Haar hobby was films, zij verzamelde daar alles over. Had een twee deur linnenkast ingericht als archief kast. Ook kreeg ze alle reclame folders na afloop van iedere film, dit alles heeft ze later overgedragen aan Simon van Collum, de directeur van het film museum, die was er zielsblij mee. Later woonde ik met mijn eerste kind en in verwachting zijnde van de tweede, een jaar in De Bilt en fietste bijna iedere dag naar haar toe. Een stevige tocht zo met mijn dikke buikje en Walter in zijn kinderzitje lekker achter mijn rug. Al kirrende renden de vier zussen naar boven om mijn grootmoeder te waarschuwen dat ik er was en met zijn allen stonden zij mij op te wachten boven aan de trap. :" Dag mijn lieverd, ben je er weer, wat gezellig, kom gauw binnen". Daarna werden ik en kleine Walter door de zussen eventjes aangehaald en daarna snel naar binnen. In die tijd gaf mijn grootmoeder bijna geen les meer en vond ze het heerlijk als wij kwamen. Na enkele uurtjes bij haar te zijn geweest fietste ik weer terug naar De Bilt. Ook hielp zij mij met van alles, een gasfornuis, een stofzuiger en vooral ook door af en toe een hele dag bij mij te komen met de bus. Toen wij later ergens anders woonden, kreeg zij kanker en verloor een oog, er kwam een kunstoog voor terug, als zij dan drie weken bij mij kwam logeren zag ik hoe geduldig en moedig zij iedere ochtend haar kunstoog eruit haalde en iets erin deed en dan ging het schone oog weer terug, helaas is zij voor niet veel gespaard, de kanker kwam terug en zij verhuisde naar Den Haag, alwaar zij na een lange moeilijke weg op 82 jarige leeftijd stierf. Op een dag kwam ik uit Xenos en zag een vrouw lopen, kon alleen haar rug zien, ik kreeg een shock:" Elsie, Elsie", riep ik hard. De mevrouw draaide zich om en het was iemand anders, ineens werd alles donker en het was dat Willem mij opving of ik was onderuit gegaan. "Ik denk dat je beter kunt gaan zitten. Toen besefte ik pas hoe vreselijk ik haar gemist had, dat flinke kleine vrouwtje Elsie. Dinkie.

nog twee door Elsie gemaakt.


Posted by Picasa

Schilderijen door Elsie gemaakt



Posted by Picasa

Elsie mijn grootmoeder.

Elsie Maud Cownie een Schotse schone, mijn allerliefste grootmoeder. Zij stapte met een klein gezelschap van de boot af. Om daarna vol verbazing, rondkijkend in Holland, vrolijk alle bijzonderheden te gaan bezichtigen, alles vond zij beautiful. Zij, een degelijk, preuts, Schots meisje van net twintig, wiens vader muziek meester op de Edinburgse universiteit was. Een geweldige familie met hun eigen schepen, een hele vriendelijke familie, hartverwarmend en zacht van karakter. Vrolijk en blij liepen ze alle musea, concerten en nog meer af. Het was een hele educatieve toer voor de groep. Zij, Elsie, besloot bij kennissen in Holland nog een tijdje te blijven om schilderles te nemen bij de Haagse school. Nog een paar van haar schilderijen hangen bij ons. Helaas misschien, leerde zij toen een stoere vlotte Hollandse bon vivant kennen, dansen, uit eten en concerten volgden en voor ze het wist, was dit lieve zachte meisje verliefd en later verloofd en getrouwd met haar stoere bon vivant. Een gelukkige tijd volgde, een leven van een well to do familie in Den Haag. Herbert, Elsie's man, had een hele grote zaak in de lange Houtstraat. Hij verkocht meubels, gordijnstoffen en nog veel meer van Bas van Pelt. Het enige waar Herbert niet zo goed mee kon dealen, was de enorme preutsheid van zijn vrouw. Toen werd Gwen geboren, (mijn moeder ) twee jaar later Dennis. Toen Gwen 7 jaar was werd bij Elsie een zeer besmettelijke tbc geconstateerd en moest zij direct naar een sanatorium, kleine Gwen naar kostschool in Vught bij de nonnen en Dennis bij zijn grootouders. En zo werd dit gelukkige gezin uit elkaar gerukt. Na twee jaar kwam Elsie weer genezen thuis. Herbert, inmiddels een rijk man had niet stil gezeten. Hij leefde het leven een bon vivant waardig, jachtpartijen, zeilen, paardrijden en feesten. Elsie, na alles wat ze had meegemaakt, paste daar absoluut niet meer bij, Elsie wilde scheiden. Vlak voor haar trein vertrok zei Herbert.:" Elsie weet je wel zeker, dat dit is wat je wilt." "Ja Herbert absoluut. " En zo vertrok Elsie, toch bleven ze tot het einde van hun leven goede vrienden. Zij werd gezelschapsdame bij een hele rijke Engelse vrouw in Nederland. En toen mensen gingen emigreren jaren later, huurde zij een appartement op de eerste etage vlakbij de lange Houtstraat en ging Engelse les geven aan zakenmensen, emigranten en kinderen. Dat heeft ze de rest van haar hele leven gedaan en goed aan verdiend. Toen zij een erfenis van haar vader kreeg is zij naar mijn moeder in Indonesië gegaan en ook haar zoon Dennis ging met zijn vrouw Beppie Rietveld, dochter van de grote Rietveld, naar Indonesië. En zo kwamen wij allen in het jappenkamp, wordt vervolgd. Dinkie.

zaterdag 6 februari 2010

Het verhaal over Elsie, een hele lieve grootmoeder

De eerste foto is Gwen. De tweede foto is Dennis en de laatste foto is mijn grootmoeder Elsie Maud Cownie. Over wie het volgende verhaal gaat, als dank en liefde voor wie zij was voor mij. Dinkie
Posted by Picasa

vrijdag 5 februari 2010

Siennie mijn vriendin

Staande op de rails keek ze in de verte. Een heerlijk zacht briesje beroerde haar gezicht. Hier, op deze eenzame plek, was het dus gebeurd, hier had haar lieve vader zich in een wanhoopsdaad voor de trein geworpen, hier had hij 5 jaar na de dood van hun moeder voor gekozen. Hij, een dominee uit een klein dorpje, die het ondanks zijn 5 kinderen niet meer zag zitten in zijn tweede ongelukkige huwelijk. Zij zuchtte en keek verdrietig rond, alles zag er zo vredig uit. Na een stille afscheidsgroet en gebed liep ze terug naar het huis van haar vriendin, bij wie ze een paar dagen logeerde. Het was al jaren geleden dat ze hier in het hoge noorden had gewoond. Nu, als moeder van vier volwassen kinderen, was ze trots en blij dat ze zover was gekomen. Ze had nu tijd de doden rust te geven en haar laatste stukje leven naar eigen kunnen in te vullen. Ze wilde niet meer denken aan hun vreselijke jeugd met een stiefmoeder, die over hun had geregeerd als een diep teleurgestelde, haatdragende vrouw. Als verpleegster in opleiding was zij gevlucht en had in het westen haar nieuwe leven opgebouwd. Geen pad over rozen, maar tenminste haar eigen pad. Na enkele jaren hard gewerkt te hebben trouwde zij met de zoon van het gezin, waarbij zij een kamer had gehuurd. De zoon voer op de grote vaart, op tankschepen en was daardoor soms anderhalf jaar van huis. Maar iedere keer als hij thuis was, brak de hel los en was zij ook weer zwanger. Totdat hij plotseling besloot te stoppen met varen en als havenloods te gaan werken in Rotterdam. Toen werd het leven van haar en haar inmiddels vier kinderen een echte permanente bedreiging. Zij wist zo goed en zo kwaad als het ging de zaken steeds weer recht te breien, hopend op die manier de vrede in huis te kunnen bewaren, maar bij het minste zogenaamde falen van haar kant brak de hel los. Na 20 jaar was de maat vol. Zij kreeg het huis met een levensverzekering en hij hield de rest. Hele droevige dagen kwamen en gingen met banen, die zwaar en heel onprettig waren. Uiteindelijk werd ze wegens ernstige lichamelijke problemen na jaren afgekeurd en kreeg ze een klein beetje rust. Toen ook nog jaren later een behoorlijk bedrag aan geld haar werd toegekend door een uit betaling van een verzekering, kon zij beginnen aan haar herstel en geestelijk gaan leven naar haar eigen inzichten. Heel Europa is ze doorgereisd in haar eentje. Ze bezocht overal, ook in Nederland, alle musea, ging naar Lapland, Nieuw-Zeeland, Vietnam en alle Oost Europese landen. Ze leefde heel zuinig had geen auto, besteedde heel weinig aan luxe, maar reisde wel zowat de halve wereld af en brak in Engeland haar been en dit alles helemaal alleen. Zo kon ze nu, terugkijkend op dat slechte begin, blij zijn met al het geluk, dat ze nu heeft, leuke kleinkinderen, goed ontwikkelde kinderen en een heel leven nog vol met heel veel interesses. Al 52 jaar ken ik haar en houden wij contact, soms veel, soms wat minder, maar wij vergeten elkaar nooit. Dinkie.

donderdag 4 februari 2010

Hoe ik mijn vader weer terug zag

Het Weerzien Met Mijn Vader

15 Augustus 1946. Wij waren bevrijd, heel toepasselijk het is nu18 Augustus 2007. Vrij, dat had je gedacht, de Javanen wilden nu hun vrijheid en trokken ten strijde tegen ons blanke bezetters. Van mijn vader hadden wij inmiddels briefkaarten via Rode Kruis ontvangen,blijf waar je bent, ik kom eraan. Na heel veel ellende van aanvallende Javanen en na veel omzwervingen belanden wij eindelijk heelhuids in Batavia. Daar kreeg mijn moeder van het rode kruis bericht dat mijn vader op weg naar ons was op gepakt door de Indonesiërs, met als slotwoorden: vermist, waarschijnlijk dood. Dus mijn moeder kon met ons naar Holland als weduwe. Op de Klipfontein, die veel later op een klip kapot sloeg, zeer toepasselijk, zoals het hoort. Op dit voor ons schitterende schip trok mijn moeder zich terug met twee nonnen in een hut, omdat ze astma patiënt was. De hele reis tot Attaca bij Egypte hebben wij haar niet meer gezien of gesproken. Mijn broer en ik wij zwierven over het dek en genoten van de heerlijke zeelucht en het vele eten dat wij er kregen en niemand die op ons lette. We aten stik veel mandarijnen en dronken heel veel cola. Wassen was er niet bij, dat waren wij toch niet gewend en sliepen buiten achter de schoorsteen van het schip. Uiteindelijk besloot de kapitein, die ter oren was gekomen dat er twee kinderen rond zwierven, om ons onder de hoede van een voogd te plaatsen. Ik kwam onder de hoede van dr. Provo Knuit, een gepensioneerde scheepsarts. Prima leven, hij was zeer streng,ik moest baden in zeewater, puisten werden open gesneden en toch ook heel lief. Hij was mijn eerste surrogaat vader na 5 jaar en ik was er erg blij mee. Een enkele keer in de week dronk hij iets te veel en moest ik hem naar bed helpen in plaats van hij mij, maar voor de rest een super goede echte vaderfiguur. Aangekomen in Holland in Amsterdam moest ik helaas afscheid van hem nemen en kreeg twee paardenkoppen houten boekensteunen. Wat heb ik gehuild, ineens weer vaderloos. In Amersfoort werden wij door mijn moeder zomaar bij wildvreemde Hollandse gezinnen ondergebracht, ik als meisje van 13 jaar. Zaterdags en Zondags mochten wij even een uurtje bij haar komen. In dit voor mij wildvreemde land, het was April 1947, bestierf ik het van de kou in het huis zonder centrale verwarming bij het gezin van mevr IJf. Zij had zelf drie kinderen en was weduwe, die mij maar een heel raar product vonden, dat gele kampkind met rare manieren en al die rare Indische woorden, zoals pisang voor banaan of ketimoen voor komkommer enz. enz.. Wat voelde ik mij toen eenzaam en ellendig. Op een dag wilde ik even mijn broertje opzoeken, ik belde aan, de deur van het huis waar hij zat werd open gedaan en een dienstbode vertelde, dat mijn broer wegens gezondheidsredenen naar het platteland was gezonden om aan te sterken. Ik dacht erger kan het niet of toch wel en ging op straat lopen met mijn ogen dicht, want ik dacht zo kan het ook nog zijn, dus valt het eigenlijk wel mee, gelukkig ben ik niet blind. Na vele builen van vele lantaarnpalen en kapotte knieën bedacht ik mij dat mijn lot nog niet zo slecht was. Ik besloot het heft in eigen hand te nemen en zelf iemand te zoeken, die mij dan als kind kon adopteren. En zo gezegd, zo gedaan. Iedere dag op weg naar school en terug passeerde ik vele prachtige huizen, een daarvan was mijn lievelingshuis en daar woonde een hele lieve oude dame met een wit hondje, die ze vaak uitliet als ik er langs kwam. Die was het, zij had zo'n lief gezicht en groette mij altijd zo vriendelijk. Dus ging ik met haar praten en op het laatst liet ik het hondje uit en nog later zat ik bij haar thee te drinken en weer later zat ik er heel veel. En op een dag vroeg ik haar of zij mij wilde adopteren, ze was perplex en na heel veel heen en weer gepraat en gesmeek van mijn kant(het huis van binnen was nog aanlokkelijker, dan van buiten, gezellig vol en heel mooi), heeft ze mijn moeder gebeld en mijn wens overgebracht. Gelukkig bleek zij een gepensioneerde hofdame van Wilhelmina te zijn en daardoor werd de schade beperkt wat mij betreft. Mijn moeder ging er doodlief op bezoek en legde alles uit naar haar inzichten. Ik heb er wat traantjes om gelaten om deze schattige lieve vrouw met haar witte hondje, waar ik helaas niet bij mocht wonen en was wanhopig. Op dat moment vond de kosmos het genoeg en kwam het bericht dat mijn eigen vader gevonden was en na vijf maanden ziekenhuis op een schip naar Holland zat. De dag dat hij bij ons terug kwam zal ik nooit meer vergeten. Mijn broer en ik waren gebaad en in onze beste kleren bij mijn moeder op visite aan het wachten op hem (mijn vader na 6 jaar). Het duurde maar en het duurde maar, uiteindelijk gingen wij buiten spelen. De Jan Huigensstraat in Amersfoort lag een beetje op een helling en daar zag ik in de verte een wit busje aankomen. Ik rende de helling af en het busje stopte naast mij en een man met een heel lief bruin gezicht vroeg mij de weg naar de Huigensstraat. Ik wees hem die en toen hij doorreed drong het tot mij door, dat is mijn vader. God wat was ik blij, ik had een echte vader. Ik rende naar mijn moeders huis en daar liep hij het pad op. Opa riep ik, opa, ik ben het, Dinkie. Hij draaide zich om en sloot mij in zijn armen, wat was ik gelukkig, diep gelukkig nu zou het allemaal goed komen, hij was terug. Mijn broer en ik huilden en hij ook.Toen wij na het eten weg moesten was hij met stomheid geslagen en vond dat vreselijk en beloofde ons, alles zo snel mogelijk te regelen, wat hij ook gedaan heeft. Twee maanden later zaten wij met zijn vieren op een etage in de Bergstraat in Amersfoort, tegenover het kerkhof. Niemand kan beseffen hoe blij ik was. Later toen mijn lieve vader op sterven lag hier bij ons in Zeeland in het ziekenhuis, heb ik heel veel voor hem kunnen terug doen tot en met zijn laatste adem, ben daar heel erg blij mee En mijn moeder, die was later toen ze oud was een geweldige oma voor haar kleinkinderen. Ze had als meisje van 7 jaar naar kostschool gemoeten, omdat haar moeder voor een paar jaar met TBC naar een sanatorium ging. Bij de nonnen was het voor haar ook geen pretje geweest, alhoewel zij beweerde van wel.
Dinkie