maandag 21 april 2008
foto.s van Hanna
Soetina
Tijdens ons verblijf van twee jaar en vier maanden in Indonesië is er heel wat gebeurd, een vulkaan uitbarsting, een auto ongeluk, niet verwonderlijk in dat land en nog twee gebeurtenissen, die wij nooit meer zullen vergeten. Een ervan was Soetina, een heel lief wezen. In ons prachtige huis in Cilacap hadden wij altijd twee vrouwen voor het huishouden, de baboes. Voordat je als blanke vrouw aan die hitte zonder airco gewend bent, duurt wel een jaar. Na wat mislukkingen kwam, na drie maanden, Hanna bij ons. Een aparte, ze sprak vloeiend Hollands, heerlijk. Zo mager als een talhout, met een enorme ad remme grote mond, maar ergens ook een goedzak. Darmo de chauffeur en Hanna waren beide Rammen, er zat een kop op. In huis niet zo erg, op de weg wel, maar dat is een later verhaal. Hanna zou zelf voor haar assistent zorgen. Er zijn er heel wat geweest, maar steeds was het niets. Zij liegt of zij steelt of zij is lui, zei Hanna dan en weg was ze weer. Op een gegeven moment kwam Hanna aan de deur en zei, "nu heb ik een hele goede, Soetina. Kom Soetina. Bij de deur klapte Soetina op haar knieën en ging op haar knieën naar mij toe. Hanna, wat doet ze nu, wat is dit, zeg haar op te staan, direct. "Och", zei Hanna ze heeft bij Indonesiërs gewerkt en daar moest ze zo doen. Toen ze bij mij stond gaf ik haar een hand en vroeg met Hanna als tolk of ze wilde komen werken en of het salaris oké was. Ze glunderde, boog als een knipmes. "Hanna, ook dat mag ze niet meer doen, zeg het haar". "Oke" zei Hanna, komt goed. En zo kwam dit alleraardigste lieve wezen bij ons in huis. s'Middags zat ik veel buiten te lezen of brieven naar Holland te schrijven. Als hun werk klaar was kwam Soetina bij me zitten, ik riep Hanna dan ook. Zo hebben wij uren met zijn drieën, theedrinkend, pratend over Holland en hun levens doorgebracht, veel gelachen. Op een dag zei Hanna "Soetina sakkit"( ziek). "Hoe erg", vroeg ik, "erg" zei Hanna, maar wat wist Hanna ook niet precies. Ik zei als ze naar een dokter wil betaal ik wel". "Nee" zei Hanna, "ze is al bij een dokter". "Oke" en gaf Soetina wat extra geld, plus vitamines, mineralen, vlees, eieren enz.. Hanna was totaal niet jaloers, zij deed ook alles voor Soetina. En zo gingen dagen oergezellig voorbij. Soetina speelde veel met Buffie, onze teckel, die iedereen aanviel, behalve haar. Tot wij een maand met verlof naar Holland zouden gaan. Soetina raakte buiten zich zelf, liep dagen te huilen. "Ik zie u nooit meer terug", zo erg zelfs, dat ik dacht, "wij storten vast neer met zijn allen" en ook ik werd bang, zij voelt iets. Hanna werd boos, nu heb je iedereen bang gemaakt. Hanna bleef met haar gezin in ons huis. Ze beloofde op Soetina te passen, die mocht net zo vaak langs komen als ze wilde. Met doodsangst in mijn hart vertrokken wij die ochtend. Soetina klampte zich aan ons vast. Hanna greep haar beet en hield haar stevig vast. Wat een vreselijk afscheid, ik ben de hele reis bang geweest en terug ook. Maar alles is vlekkeloos verlopen en helemaal opgelucht landen wij weer in Cilacap, uit het kleine vliegtuigje stappend, slaakte ik een diepe zucht van verlichting. Was helemaal blij Darmo met onze auto te zien. Zo, nu gauw naar huis. "Darmo, hoe is het met iedereen, de hond, Hanna en Soetina"? Waarop Darmo via de auto spiegel naar ons keek en zei: "Soetina Mati". (Soetina is dood). Happend naar lucht, snikkend, zijn wij naar ons huis gereden wij waren kapot en Hanna ook nog steeds. Soetina, was een dag voor haar dood weer bij Hanna geweest en had Hanna laten zweren, dat ze met mij bij haar graf zou komen. Hanna zei: "Soetina, hou nu op, je doet gek". Maar ze moest en zou het zweren. En daar stond ik toen op een zeer lugubere plek in een groot wild vreemd bos, bij een klein grafje, waar op een houten kruis Soetina's naam was geschreven. "Hier Soetina, ik heb haar bij je gebracht en wij zullen samen aan je denken". Daar hebben wij afscheid van haar, die zo precies wist wat er ging gebeuren, een van de liefste wezens die ik gekend heb en waar ik helaas al weer afscheid van moest nemen, waarom???? Hanna zei: "straks zien wij elkaar met zijn drieën weer terug". Een ding weet ik zeker, terug zien zal ik ze allebei. Dinkie
zondag 13 april 2008
Heerlijke dag bij Dauwendaele.
Gisteren een heerlijke dag gehad van de KJBB (Kinderen uit de Japanse Bezetting en de Bersiap 1941-1949) in Dauwendaele te Middelburg.
Met een heel gezellige band "Tropical Touch" o.l.v. dhr. E. Nutsman. Wij hebben ook een heerlijke Indische lunch gehad, klaar gemaakt door restaurant Surabya.
Verder was er een gast-optreden van het Dames Vocaal Kwartet "Nock On Wood"met engels talige liedjes uit de jaren veertig. Iedereen vond deze dames verrassend goed, ik heb veel bewondering voor hetgeen zij daar brachten. De dag was bijzonder gezellig en wij oudjes hebben uit volle borst met de band samen heerlijke liedjes uit ons tropisch verleden meegezongen. Het is iets waar wij twee keer per jaar naar uitkijken. Je stapt weer even in de wereld van je jeugd, dat doet heel goed. Nu je niet meer aan het jachtige leven hoeft deel te nemen, heb je meer tijd om eens rustig terug te denken aan die jonge jaren, die zo ver hier vandaan, zo'n diepe indruk gemaakt hebben, die glashelder in je geheugen zijn opgeslagen. Het was vooral het leven met je ouders, die de grondbeginselen van je verdere leven hebben gevormd in zo'n geweldig indrukwekkend land, met zijn prachtige bergen, oerwouden en kusten. Ik heb geen heimwee naar die tijd, maar denk er wel met heel veel plezier aan terug. Ook aan deze leuke dag.
Dinkie
Met een heel gezellige band "Tropical Touch" o.l.v. dhr. E. Nutsman. Wij hebben ook een heerlijke Indische lunch gehad, klaar gemaakt door restaurant Surabya.
Verder was er een gast-optreden van het Dames Vocaal Kwartet "Nock On Wood"met engels talige liedjes uit de jaren veertig. Iedereen vond deze dames verrassend goed, ik heb veel bewondering voor hetgeen zij daar brachten. De dag was bijzonder gezellig en wij oudjes hebben uit volle borst met de band samen heerlijke liedjes uit ons tropisch verleden meegezongen. Het is iets waar wij twee keer per jaar naar uitkijken. Je stapt weer even in de wereld van je jeugd, dat doet heel goed. Nu je niet meer aan het jachtige leven hoeft deel te nemen, heb je meer tijd om eens rustig terug te denken aan die jonge jaren, die zo ver hier vandaan, zo'n diepe indruk gemaakt hebben, die glashelder in je geheugen zijn opgeslagen. Het was vooral het leven met je ouders, die de grondbeginselen van je verdere leven hebben gevormd in zo'n geweldig indrukwekkend land, met zijn prachtige bergen, oerwouden en kusten. Ik heb geen heimwee naar die tijd, maar denk er wel met heel veel plezier aan terug. Ook aan deze leuke dag.
Dinkie
vrijdag 4 april 2008
Mr. Lee
Mr Lee.
Wij woonden weer hoog in de bergen. Dit keer in het huis van de oma van onze overburen in Soerabaja. Deze lieve oma, die dolblij was dat wij bij haar zaten, samen met haar kleinkinderen Wil, 10 jaar en Eep, 13 jaar, had een hele erge vorm van suiker en had een verpleegster, een lieve Indische vrouw. Ook mijn grootmoeder was er bij. Het werd in Soerabaja na de verloren strijd in de Pacific heel onrustig. Veel bendes trokken plunderend en moordend door het land. Ze hadden het vooral gemunt op de chinezen en blanken. Het wachten was op de Jappen. Naast dit huis, waar wij nu dus zaten, woonde een schatrijke chinees, mr. Lee, oud, rijk, gepensioneerd en een heel vreemde man. Mr. Lees voortuin was heel breed en heel verwilderd, alleen gras. Zijn ingang lag vlak naast onze tuin, een groot ijzeren hek met er omheen een hoge pergola. Van dat hek tot het volgende hek naast zijn huis, dat heel diep in de tuin lag, was een pad. In dit stuk tuin liepen acht ganzen, die daar leefden. Als je dit hek open deed vlogen alle acht ganzen je aan en dat deed geweldig zeer, dus je moest er rennen voor je leven naar het volgende hek, wat dan ook steeds gebeurde met het vele personeel van mr. Lee en wat voor ons zeer vermakelijk was. Zijn huis was een laag, breed, wit huis en aan de achterkant was de ingang, die wij dus nog nooit gezien hadden.Toen begon het rampokken, (zo heette dat) ook bij ons in de bergen. Verschillende winkels van chinezen werden in de fik gestoken en enkele mensen werden zelfs dood aangetroffen. De angst sloeg ons allen om het hart. Wij waren weerloos, vier volwassen vrouwen en vier kinderen met nog twee man personeel, ook niet jong meer. Wij mochten ineens niet meer naar buiten. Ik weet nog dat mijn moeder ons uren zat voor te lezen. Wij kregen huiswerk en moesten tekeningen maken. Niet naar buiten in de tropen is een zware straf, 's nachts hoorde je schieten en het kwam steeds dichter bij, doodeng.
"Elsie": zei mijn moeder, "dit gaat niet goed". Het werd steeds angstiger en ineens op een ochtend bleef ook het personeel weg. Doodsbang waren wij, meestal als het personeel weg bleef wisten zij iets wat wij niet wisten en dus bleven ze weg. Ineens de telefoon, wij schrokken ons dood, (mijn moeder had al overal gebeld om hulp maar ving overal bod) mr. Lee in zeer gebrekkig Nederlands vroeg hij hoe het met ons ging. Mijn moeder vertelde dat het personeel weg was gebleven en dat wij erg bang waren. Hij vroeg of wij een geweer hadden of andere wapens, die hadden wij niet. Hij vroeg toen aan mijn moeder of hij ons mocht helpen. "Graag" zei mijn moeder, niet begrijpend, hoe zo'n oude man en chinees, ons kon helpen.Wij moesten van mijnheer Lee een opening maken naar zijn tuin in de grote heg. Met enorm veel pijn en moeite hebben wij met zijn allen een opening kunnen maken. Terwijl wij daar mee bezig waren vlogen de ganzen ons steeds aan, om helemaal gek van te worden, zo fel en vals als die zijn. Toen de opening groot genoeg was hebben wij er gauw een plaat voor gezet. Hij belde weer, mr. Lee en vroeg of het het zover was. " ja" zei mijn moeder, maar er zit een losse plaat voor om de ganzen tegen te houden. "oke" zei mr. Lee en hing op.Wij begrepen nog steeds niet hoe hij ons kon helpen. Die nacht sliepen wij met zijn allen in de woonkamer op de grond, eigenlijk sliepen wij geen van allen. Alles zat potdicht, heel benauwd in de bergen, doodstil was het. 's Nachts begon het schieten weer en kwam steeds dichter bij en op een gegeven moment hoorden wij grint knarsen en voetstappen, Wil's oma begon te janken, "wij gaan in de fik". "Stil" zei mijn moeder. Verstijfd wachtten wij, meer voetstappen, geritsel, toen een knal, daar heb je het, wij gaan in de fik.Vreselijk veel voetstappen, mijn moeder hield mijn grootmoeder vast. Toen nog een paar vreselijke knallen. Helemaal in elkaar gedoken wachtten. Toen een vreselijk lawaai, rennende stappen en hollende mensen, ineens alles doodstil. Wij wachten. Een uur later ging de telefoon, wij schrokken ons kapot, mr. Lee. " Ga maar weer lekker slapen, u zult geen last meer hebben, mijn privé leger heeft ze van uw erf gejaagd, selamat tidoer, zij houden de wacht over deze twee huizen.Wij konden onze oren niet geloven, maar het bleef inderdaad doodstil. Wij sliepen tot laat in de ochtend. Daar stonden ook ineens onze hulpen weer. Alles was weer rustig en normaal. Alleen 's nachts waakte het privé leger van mr. Lee over ons en dat gaf een heerlijk gevoel, totdat de orde in het dorp en er buiten weer hersteld was. Wij waren heel erg blij dat zo'n klein rijk, oud chinees mannetje zo lief was ons te redden. Wij wilden hem zo graag persoonlijk bedanken, dat wij dwars door de happende, bijtende ganzen zijn gerend naar het volgende hek, om hem daar met cadeaus en bloemen te bedanken .Wij moesten helaas weer terug !!!! Dinkie .
Wij woonden weer hoog in de bergen. Dit keer in het huis van de oma van onze overburen in Soerabaja. Deze lieve oma, die dolblij was dat wij bij haar zaten, samen met haar kleinkinderen Wil, 10 jaar en Eep, 13 jaar, had een hele erge vorm van suiker en had een verpleegster, een lieve Indische vrouw. Ook mijn grootmoeder was er bij. Het werd in Soerabaja na de verloren strijd in de Pacific heel onrustig. Veel bendes trokken plunderend en moordend door het land. Ze hadden het vooral gemunt op de chinezen en blanken. Het wachten was op de Jappen. Naast dit huis, waar wij nu dus zaten, woonde een schatrijke chinees, mr. Lee, oud, rijk, gepensioneerd en een heel vreemde man. Mr. Lees voortuin was heel breed en heel verwilderd, alleen gras. Zijn ingang lag vlak naast onze tuin, een groot ijzeren hek met er omheen een hoge pergola. Van dat hek tot het volgende hek naast zijn huis, dat heel diep in de tuin lag, was een pad. In dit stuk tuin liepen acht ganzen, die daar leefden. Als je dit hek open deed vlogen alle acht ganzen je aan en dat deed geweldig zeer, dus je moest er rennen voor je leven naar het volgende hek, wat dan ook steeds gebeurde met het vele personeel van mr. Lee en wat voor ons zeer vermakelijk was. Zijn huis was een laag, breed, wit huis en aan de achterkant was de ingang, die wij dus nog nooit gezien hadden.Toen begon het rampokken, (zo heette dat) ook bij ons in de bergen. Verschillende winkels van chinezen werden in de fik gestoken en enkele mensen werden zelfs dood aangetroffen. De angst sloeg ons allen om het hart. Wij waren weerloos, vier volwassen vrouwen en vier kinderen met nog twee man personeel, ook niet jong meer. Wij mochten ineens niet meer naar buiten. Ik weet nog dat mijn moeder ons uren zat voor te lezen. Wij kregen huiswerk en moesten tekeningen maken. Niet naar buiten in de tropen is een zware straf, 's nachts hoorde je schieten en het kwam steeds dichter bij, doodeng.
"Elsie": zei mijn moeder, "dit gaat niet goed". Het werd steeds angstiger en ineens op een ochtend bleef ook het personeel weg. Doodsbang waren wij, meestal als het personeel weg bleef wisten zij iets wat wij niet wisten en dus bleven ze weg. Ineens de telefoon, wij schrokken ons dood, (mijn moeder had al overal gebeld om hulp maar ving overal bod) mr. Lee in zeer gebrekkig Nederlands vroeg hij hoe het met ons ging. Mijn moeder vertelde dat het personeel weg was gebleven en dat wij erg bang waren. Hij vroeg of wij een geweer hadden of andere wapens, die hadden wij niet. Hij vroeg toen aan mijn moeder of hij ons mocht helpen. "Graag" zei mijn moeder, niet begrijpend, hoe zo'n oude man en chinees, ons kon helpen.Wij moesten van mijnheer Lee een opening maken naar zijn tuin in de grote heg. Met enorm veel pijn en moeite hebben wij met zijn allen een opening kunnen maken. Terwijl wij daar mee bezig waren vlogen de ganzen ons steeds aan, om helemaal gek van te worden, zo fel en vals als die zijn. Toen de opening groot genoeg was hebben wij er gauw een plaat voor gezet. Hij belde weer, mr. Lee en vroeg of het het zover was. " ja" zei mijn moeder, maar er zit een losse plaat voor om de ganzen tegen te houden. "oke" zei mr. Lee en hing op.Wij begrepen nog steeds niet hoe hij ons kon helpen. Die nacht sliepen wij met zijn allen in de woonkamer op de grond, eigenlijk sliepen wij geen van allen. Alles zat potdicht, heel benauwd in de bergen, doodstil was het. 's Nachts begon het schieten weer en kwam steeds dichter bij en op een gegeven moment hoorden wij grint knarsen en voetstappen, Wil's oma begon te janken, "wij gaan in de fik". "Stil" zei mijn moeder. Verstijfd wachtten wij, meer voetstappen, geritsel, toen een knal, daar heb je het, wij gaan in de fik.Vreselijk veel voetstappen, mijn moeder hield mijn grootmoeder vast. Toen nog een paar vreselijke knallen. Helemaal in elkaar gedoken wachtten. Toen een vreselijk lawaai, rennende stappen en hollende mensen, ineens alles doodstil. Wij wachten. Een uur later ging de telefoon, wij schrokken ons kapot, mr. Lee. " Ga maar weer lekker slapen, u zult geen last meer hebben, mijn privé leger heeft ze van uw erf gejaagd, selamat tidoer, zij houden de wacht over deze twee huizen.Wij konden onze oren niet geloven, maar het bleef inderdaad doodstil. Wij sliepen tot laat in de ochtend. Daar stonden ook ineens onze hulpen weer. Alles was weer rustig en normaal. Alleen 's nachts waakte het privé leger van mr. Lee over ons en dat gaf een heerlijk gevoel, totdat de orde in het dorp en er buiten weer hersteld was. Wij waren heel erg blij dat zo'n klein rijk, oud chinees mannetje zo lief was ons te redden. Wij wilden hem zo graag persoonlijk bedanken, dat wij dwars door de happende, bijtende ganzen zijn gerend naar het volgende hek, om hem daar met cadeaus en bloemen te bedanken .Wij moesten helaas weer terug !!!! Dinkie .
Abonneren op:
Posts (Atom)