vrijdag 4 april 2008

Mr. Lee

 Mr Lee.
Wij woonden weer hoog in de bergen. Dit keer in het huis van de oma van onze overburen in Soerabaja. Deze lieve oma, die dolblij was dat wij bij haar zaten, samen met haar kleinkinderen Wil, 10 jaar en Eep, 13 jaar, had een hele erge vorm van suiker en had een verpleegster, een lieve Indische vrouw. Ook mijn grootmoeder was er bij. Het werd in Soerabaja na de verloren strijd in de Pacific heel onrustig. Veel bendes trokken plunderend en moordend door het land. Ze hadden het vooral gemunt op de chinezen en blanken. Het wachten was op de Jappen. Naast dit huis, waar wij nu dus zaten, woonde een schatrijke chinees, mr. Lee, oud, rijk, gepensioneerd en een heel vreemde man. Mr. Lees voortuin was heel breed en heel verwilderd, alleen gras. Zijn ingang lag vlak naast onze tuin, een groot ijzeren hek met er omheen een hoge pergola. Van dat hek tot het volgende hek naast zijn huis, dat heel diep in de tuin lag, was een pad. In dit stuk tuin liepen acht ganzen, die daar leefden. Als je dit hek open deed vlogen alle acht ganzen je aan en dat deed geweldig zeer, dus je moest er rennen voor je leven naar het volgende hek, wat dan ook steeds gebeurde met het vele personeel van mr. Lee en wat voor ons zeer vermakelijk was. Zijn huis was een laag, breed, wit huis en aan de achterkant was de ingang, die wij dus nog nooit gezien hadden.Toen begon het rampokken, (zo heette dat) ook bij ons in de bergen. Verschillende winkels van chinezen werden in de fik gestoken en enkele mensen werden zelfs dood aangetroffen. De angst sloeg ons allen om het hart. Wij waren weerloos, vier volwassen vrouwen en vier kinderen met nog twee man personeel, ook niet jong meer. Wij mochten ineens niet meer naar buiten. Ik weet nog dat mijn moeder ons uren zat voor te lezen. Wij kregen huiswerk en moesten tekeningen maken. Niet naar buiten in de tropen is een zware straf, 's nachts hoorde je schieten en het kwam steeds dichter bij, doodeng.
"Elsie": zei mijn moeder, "dit gaat niet goed". Het werd steeds angstiger en ineens op een ochtend bleef ook het personeel weg. Doodsbang waren wij, meestal als het personeel weg bleef wisten zij iets wat wij niet wisten en dus bleven ze weg. Ineens de telefoon, wij schrokken ons dood, (mijn moeder had al overal gebeld om hulp maar ving overal bod) mr. Lee in zeer gebrekkig Nederlands vroeg hij hoe het met ons ging. Mijn moeder vertelde dat het personeel weg was gebleven en dat wij erg bang waren. Hij vroeg of wij een geweer hadden of andere wapens, die hadden wij niet. Hij vroeg toen aan mijn moeder of hij ons mocht helpen. "Graag" zei mijn moeder, niet begrijpend, hoe zo'n oude man en chinees, ons kon helpen.Wij moesten van mijnheer Lee een opening maken naar zijn tuin in de grote heg. Met enorm veel pijn en moeite hebben wij met zijn allen een opening kunnen maken. Terwijl wij daar mee bezig waren vlogen de ganzen ons steeds aan, om helemaal gek van te worden, zo fel en vals als die zijn. Toen de opening groot genoeg was hebben wij er gauw een plaat voor gezet. Hij belde weer, mr. Lee en vroeg of het het zover was. " ja" zei mijn moeder, maar er zit een losse plaat voor om de ganzen tegen te houden. "oke" zei mr. Lee en hing op.Wij begrepen nog steeds niet hoe hij ons kon helpen. Die nacht sliepen wij met zijn allen in de woonkamer op de grond, eigenlijk sliepen wij geen van allen. Alles zat potdicht, heel benauwd in de bergen, doodstil was het. 's Nachts begon het schieten weer en kwam steeds dichter bij en op een gegeven moment hoorden wij grint knarsen en voetstappen, Wil's oma begon te janken, "wij gaan in de fik". "Stil" zei mijn moeder. Verstijfd wachtten wij, meer voetstappen, geritsel, toen een knal, daar heb je het, wij gaan in de fik.Vreselijk veel voetstappen, mijn moeder hield mijn grootmoeder vast. Toen nog een paar vreselijke knallen. Helemaal in elkaar gedoken wachtten. Toen een vreselijk lawaai, rennende stappen en hollende mensen, ineens alles doodstil. Wij wachten. Een uur later ging de telefoon, wij schrokken ons kapot, mr. Lee. " Ga maar weer lekker slapen, u zult geen last meer hebben, mijn privé leger heeft ze van uw erf gejaagd, selamat tidoer, zij houden de wacht over deze twee huizen.Wij konden onze oren niet geloven, maar het bleef inderdaad doodstil. Wij sliepen tot laat in de ochtend. Daar stonden ook ineens onze hulpen weer. Alles was weer rustig en normaal. Alleen 's nachts waakte het privé leger van mr. Lee over ons en dat gaf een heerlijk gevoel, totdat de orde in het dorp en er buiten weer hersteld was. Wij waren heel erg blij dat zo'n klein rijk, oud chinees mannetje zo lief was ons te redden. Wij wilden hem zo graag persoonlijk bedanken, dat wij dwars door de happende, bijtende ganzen zijn gerend naar het volgende hek, om hem daar met cadeaus en bloemen te bedanken .Wij moesten helaas weer terug !!!! Dinkie .

Geen opmerkingen: