dinsdag 17 juni 2008
Logeren in Epe
Logeren In Epe.
Het was een prachtige zomer, 1950. Ik was 16 jaar en ging 10 dagen logeren bij tante Jo, de kampvriendin van mijn moeder, die in kamp Solo naast ons lag met haar zoontje Adriaan (zie verhaal Solo). Mijn tante woonde in Epe op de Dellenweg, een weg dwars door de natuur, met hier en daar een huis, eenzaam, helemaal buiten. Het leek er zelfs op Indië. Overal bomen, bos en struiken, hier en daar verscholen een huis. Helemaal aan het eind een zandpad en dan de prachtige heide. Zij woonde bijna aan het eind van dat gebied, vlak bij de heide. Gelukkig was haar huis er, een van twee onder een kap, met ieder zijn eigen bosperceel. Van af de straat een kiezelpad naar de voordeur en opzij van haar bos een zandpad naar de garage. Het was echt een heerlijk jaren dertig huis, met een diepe kelder, kamer ensuite en openslaande deuren opzij naar een terras. Vanaf het terras kon je de straat niet zien en ook de buren niet door alle bomen, struiken en dennen. Zij had haar huis beeldig ingericht met allemaal prachtige Indische meubelen, beelden en veel Djokja zilver. Wij hebben samen heel gezellig thee gedronken op het terras, mijn koffer uitgepakt in mijn leuke kamertje, dat op de voortuin uit keek. Om twee uur ging de telefoon, een totaal geschrokken tante Jo vertelde ontdaan, dat haar jongste zus Sara gevallen was, een been had gebroken en geopereerd werd. Er was niemand om de leiding over het pension in Bergen- binnen over te nemen. Voor ik het wist was tante Jo met koffertje vertrokken naar Bergen-Binnen. Je redt je wel hé kind, ik bel je wel. Bij gewezen kampmensen is altijd genoeg te eten in huis, zo ook bij haar. Alles zat vol, de kelder, de ijskast, geen probleem. Doodse stilte ineens. Daar zat ik, moederziel alleen in Epe. Na een paar uur naar de Radio geluisterd te hebben, die ook nog eens heel slecht weer voorspelde heb ik wat te eten gemaakt. Er waren gehaktballen klaar in de pan, weer naar de radio geluisterd, naar alle waarschuwingen voor zware regenbuien, windstoten, enz.. Om tien uur naar bed gegaan. Om twaalf uur zat ik verstijfd rechtop in bed. Een storm was losgebarsten met vreselijke donderslagen, weerlicht, klappen, die zo hevig waren, dat ik doodsbang beneden ben gaan zitten. Kon het licht niet vinden in de pikdonkere kamer, de dikke gordijnen waren potdicht. Mijn ouders waren op vakantie, ik kon niemand bellen, wist niet wat te doen, vond eindelijk een lichtje en zat daar stil te bibberen. Lichtflitsen, klappen, weer lichtflitsen, dan ineens stortregens. Mijn lichtje ging uit, stroom was weg, wist niet waar kaarsen waren, hoorde overal vreemde, krakende geluiden en klapperen van dingen. Zocht naar de telefoon in de gang, zocht naar het telefoonboek, moest iemand zien te spreken. Ineens de deurbel, schrok mij kapot. Er zat een klein ruitje in de voordeur, keek naar buiten en zag een grote man staan met regenpak en paraplu. Hij draaide zich om en wees steeds naar de deur. Eindelijk durfde ik open te doen. Hij stapte naar binnen: "Kind" zei hij: "wat zal jij bang geweest zijn, wees nu niet bang, ik ben de buurman en kom even bij je zitten tot het ergste voorbij is". Hij deed eerst nieuwe zekeringen in de meterkast en toen alle lichten aan, maakte snel een kop thee voor ons en kwam bij mij zitten. "Zo erg is het in jaren niet geweest". Ik schatte hem ongeveer 70 jaar oud. Hij zag dat ik nog steeds onderste boven was. Hij vertelde, dat tante Jo voor haar vertrek met de auto langs was geweest en dat hij een gepensioneerde hoofdonderwijzer van een lagere school in Rotterdam was en met zijn vrouw, die ouder was, in het huis ernaast woonde. Voor wij het wisten was het twee uur en na alles nog eens nagekeken te hebben ging hij naar huis. Dankzij deze lieve onderwijzer heb ik toch nog een hele leuke tijd gehad op de Dellenweg. Iedere ochtend kwam hij koffie bij mij drinken op het terras, besprak alles met mij. 's Middags samen wandelen, over iedere vogel, iedere boom, iedere struik vertelde hij mij van alles. 's Avonds zat hij heel vaak ook nog een paar uurtjes bij mij op het terras en borduurde beeldige tafellakens. Er ging een rust van hem uit, die ik nog nooit bij iemand heb aangetroffen, er voor en ook er na niet. Zijn vrouw, die ziek was, verzorgde hij er ook nog even tussen door. Deze wijze man is nooit meer helemaal uit mijn gedachten verdwenen. En alles wat hij mij geleerd heeft ook niet. Toen tante Jo na een week terug kwam, vond ze een schoon huis en een opgewekte blije tiener. Dinkie
Het was een prachtige zomer, 1950. Ik was 16 jaar en ging 10 dagen logeren bij tante Jo, de kampvriendin van mijn moeder, die in kamp Solo naast ons lag met haar zoontje Adriaan (zie verhaal Solo). Mijn tante woonde in Epe op de Dellenweg, een weg dwars door de natuur, met hier en daar een huis, eenzaam, helemaal buiten. Het leek er zelfs op Indië. Overal bomen, bos en struiken, hier en daar verscholen een huis. Helemaal aan het eind een zandpad en dan de prachtige heide. Zij woonde bijna aan het eind van dat gebied, vlak bij de heide. Gelukkig was haar huis er, een van twee onder een kap, met ieder zijn eigen bosperceel. Van af de straat een kiezelpad naar de voordeur en opzij van haar bos een zandpad naar de garage. Het was echt een heerlijk jaren dertig huis, met een diepe kelder, kamer ensuite en openslaande deuren opzij naar een terras. Vanaf het terras kon je de straat niet zien en ook de buren niet door alle bomen, struiken en dennen. Zij had haar huis beeldig ingericht met allemaal prachtige Indische meubelen, beelden en veel Djokja zilver. Wij hebben samen heel gezellig thee gedronken op het terras, mijn koffer uitgepakt in mijn leuke kamertje, dat op de voortuin uit keek. Om twee uur ging de telefoon, een totaal geschrokken tante Jo vertelde ontdaan, dat haar jongste zus Sara gevallen was, een been had gebroken en geopereerd werd. Er was niemand om de leiding over het pension in Bergen- binnen over te nemen. Voor ik het wist was tante Jo met koffertje vertrokken naar Bergen-Binnen. Je redt je wel hé kind, ik bel je wel. Bij gewezen kampmensen is altijd genoeg te eten in huis, zo ook bij haar. Alles zat vol, de kelder, de ijskast, geen probleem. Doodse stilte ineens. Daar zat ik, moederziel alleen in Epe. Na een paar uur naar de Radio geluisterd te hebben, die ook nog eens heel slecht weer voorspelde heb ik wat te eten gemaakt. Er waren gehaktballen klaar in de pan, weer naar de radio geluisterd, naar alle waarschuwingen voor zware regenbuien, windstoten, enz.. Om tien uur naar bed gegaan. Om twaalf uur zat ik verstijfd rechtop in bed. Een storm was losgebarsten met vreselijke donderslagen, weerlicht, klappen, die zo hevig waren, dat ik doodsbang beneden ben gaan zitten. Kon het licht niet vinden in de pikdonkere kamer, de dikke gordijnen waren potdicht. Mijn ouders waren op vakantie, ik kon niemand bellen, wist niet wat te doen, vond eindelijk een lichtje en zat daar stil te bibberen. Lichtflitsen, klappen, weer lichtflitsen, dan ineens stortregens. Mijn lichtje ging uit, stroom was weg, wist niet waar kaarsen waren, hoorde overal vreemde, krakende geluiden en klapperen van dingen. Zocht naar de telefoon in de gang, zocht naar het telefoonboek, moest iemand zien te spreken. Ineens de deurbel, schrok mij kapot. Er zat een klein ruitje in de voordeur, keek naar buiten en zag een grote man staan met regenpak en paraplu. Hij draaide zich om en wees steeds naar de deur. Eindelijk durfde ik open te doen. Hij stapte naar binnen: "Kind" zei hij: "wat zal jij bang geweest zijn, wees nu niet bang, ik ben de buurman en kom even bij je zitten tot het ergste voorbij is". Hij deed eerst nieuwe zekeringen in de meterkast en toen alle lichten aan, maakte snel een kop thee voor ons en kwam bij mij zitten. "Zo erg is het in jaren niet geweest". Ik schatte hem ongeveer 70 jaar oud. Hij zag dat ik nog steeds onderste boven was. Hij vertelde, dat tante Jo voor haar vertrek met de auto langs was geweest en dat hij een gepensioneerde hoofdonderwijzer van een lagere school in Rotterdam was en met zijn vrouw, die ouder was, in het huis ernaast woonde. Voor wij het wisten was het twee uur en na alles nog eens nagekeken te hebben ging hij naar huis. Dankzij deze lieve onderwijzer heb ik toch nog een hele leuke tijd gehad op de Dellenweg. Iedere ochtend kwam hij koffie bij mij drinken op het terras, besprak alles met mij. 's Middags samen wandelen, over iedere vogel, iedere boom, iedere struik vertelde hij mij van alles. 's Avonds zat hij heel vaak ook nog een paar uurtjes bij mij op het terras en borduurde beeldige tafellakens. Er ging een rust van hem uit, die ik nog nooit bij iemand heb aangetroffen, er voor en ook er na niet. Zijn vrouw, die ziek was, verzorgde hij er ook nog even tussen door. Deze wijze man is nooit meer helemaal uit mijn gedachten verdwenen. En alles wat hij mij geleerd heeft ook niet. Toen tante Jo na een week terug kwam, vond ze een schoon huis en een opgewekte blije tiener. Dinkie
zondag 15 juni 2008
Muktavati
Zodra ik had gevonden hoe aan Muktavati te komen, zou ik dat even vermelden. Je wilt niet weten hoe wij daar naar gezocht hebben, ook via Ayurveda sites. Op een site Europa Ayurveda College stond een telefoonnummer van Cornelis J. M. Peters. Die heb ik dus direct gebeld. Kreeg een antwoordapparaat en gaf mijn telefoonnummer op plus kort mijn wens voor muktavati. Een dag later, was alles weer vergeten, kreeg ik telefoon van Cor Peters, ineens wist ik het weer en vertelde hem van mijn zoektocht over de wereld. U wilt dus Muktavati hebben, oke, dat maak ik wel even voor u en stuur het U op. Ik wist niet wat ik hoorde, het heeft mij dagen gekost zonder resultaat en zo ineens had ik het, was dolblij, heb hem er wel ettelijke keren voor bedankt. Je krijgt het niet voor niets, met de kosten kwam het op 36,50 euro. Drie dagen later had ik het thuis. Na het eten mag je een vierde van een kleine theelepel gebruiken Nu, na 4 dagen en een halve cardura verminderd, was mijn bloeddruk s'morgens 115 om 65 en hartslag 56, een geweldig goed resultaat. Maar ieder mens is anders, mij doet het erg goed en ben er erg blij mee. Zijn telefoonnummer is 0523-677208. Moet nog even vermelden dat ik al als alternatief Arjuna was gaan slikken en nu beide dus gebruik en het voelt erg goed. Met de hoeveelheid die je krijgt doe je wel lang, ik schat een maand. Dinkie
maandag 2 juni 2008
Kaartleggen.
Kaartleggen.
Wandelend door de gangen in kamp Solo, overal vrouwen en kinderen, alles was stampend vol. Het nieuwe kamp was nog niet klaar. Honderden vrouwen en kinderen zaten daar op te wachten toen ineens het bericht kwam, dat alle jongens vanaf 10 jaar over twee dagen weggehaald zouden worden. Niemand wist waar naar toe. Wat zich toen afspeelde, zal ik nooit meer vergeten. Overal huilende vrouwen en angstige jongens, wat is nu tien jaar, als je al bang bent, je vader al kwijt bent, je weet ook niet waar je naar toegaat, niemand wist dat. Die twee dagen waren voor iedereen een hel. Toen kwam de gevreesde ochtend, de grote trucks. Daar stonden ze met zijn allen, tien jaar en ouder, bibberend, sommige jongens begonnen hard te huilen, anderen liepen steeds naar hun moeder en weer terug. Moeders stonden er wanhopig bij, enkelen begonnen te gillen en werden snel door andere vrouwen weggesleept. Dan ineens rijden de trucks met je enige zoon, broer of oudste zoon weg. Een uur later was alles voorbij en viel er een doodse stilte over het kamp. Je hoorde alleen nog het gehuil, soms geschreeuw van enkele vrouwen. Het heeft weken geduurd. Toen ging ook het nieuwe kamp open en kregen wij een beetje rust en overzicht. Maar al die moeders wilden weten hoe het met hun zoon ging, dus werd er al gauw naar waarzegsters gezocht, die waren er, twee. Voor een beetje suiker of wat anders legden zij de kaart en vertelden je over je zoon, je man enz. Naar mate de tijd verstreek en bepaalde dingen uit kwamen werd zo'n vrouw geloofwaardiger. Ze hadden dagwerk. Daar ik mij vaak verveelde, zat ik altijd bij deze waarzegsters en volgde alles. Ik onthield ook alles van iedere legging en zo heel langzamerhand kon ik zelf al zien wat er met deze of gene gebeuren zou, ook wat de waarzegster verzweeg, bv als het heel erg was. Dat vond ik heel netjes van haar. Als je daar dagen en weken bij zit dan wordt het steeds duidelijker, plus dat je meteen kon nagaan of het klopte, iedereen woonde bij je in de buurt en alles ging als een lopend vuurtje, vooral als een voorspelling uit kwam. Veel later, in Holland als meisje van 15, 16 jaar en ouder was je veel verliefd of wilde je graag weten of het wel allemaal goed ging, dus begon ik eerst voor mijzelf en later voor al mijn vriendinnen de kaart te leggen. Al gauw was mijn reputatie als waarzegster bekend. Mijn hele leven heb ik kosteloos vooral voor vrienden en hele goede kennissen de kaart gelegd. Nog steeds, als een van mijn vriendinnen ziek is of iets naars heeft, leg ik de kaart nog een enkele keer, al was het alleen om zelf te weten hoe het afloopt. Er is een tijd geweest, dat het te gek werd. Toen ben ik er mee gekapt, dus nu nog alleen voor echte vriendinnen of vrienden. Vaak heeft men mij gevraagd, waarom vraag je er geen geld voor. Mijn antwoord is: als ik het echt zo goed doe, is dat een geschenk en wil ik daar geen geld voor hebben. Dinkie
Wandelend door de gangen in kamp Solo, overal vrouwen en kinderen, alles was stampend vol. Het nieuwe kamp was nog niet klaar. Honderden vrouwen en kinderen zaten daar op te wachten toen ineens het bericht kwam, dat alle jongens vanaf 10 jaar over twee dagen weggehaald zouden worden. Niemand wist waar naar toe. Wat zich toen afspeelde, zal ik nooit meer vergeten. Overal huilende vrouwen en angstige jongens, wat is nu tien jaar, als je al bang bent, je vader al kwijt bent, je weet ook niet waar je naar toegaat, niemand wist dat. Die twee dagen waren voor iedereen een hel. Toen kwam de gevreesde ochtend, de grote trucks. Daar stonden ze met zijn allen, tien jaar en ouder, bibberend, sommige jongens begonnen hard te huilen, anderen liepen steeds naar hun moeder en weer terug. Moeders stonden er wanhopig bij, enkelen begonnen te gillen en werden snel door andere vrouwen weggesleept. Dan ineens rijden de trucks met je enige zoon, broer of oudste zoon weg. Een uur later was alles voorbij en viel er een doodse stilte over het kamp. Je hoorde alleen nog het gehuil, soms geschreeuw van enkele vrouwen. Het heeft weken geduurd. Toen ging ook het nieuwe kamp open en kregen wij een beetje rust en overzicht. Maar al die moeders wilden weten hoe het met hun zoon ging, dus werd er al gauw naar waarzegsters gezocht, die waren er, twee. Voor een beetje suiker of wat anders legden zij de kaart en vertelden je over je zoon, je man enz. Naar mate de tijd verstreek en bepaalde dingen uit kwamen werd zo'n vrouw geloofwaardiger. Ze hadden dagwerk. Daar ik mij vaak verveelde, zat ik altijd bij deze waarzegsters en volgde alles. Ik onthield ook alles van iedere legging en zo heel langzamerhand kon ik zelf al zien wat er met deze of gene gebeuren zou, ook wat de waarzegster verzweeg, bv als het heel erg was. Dat vond ik heel netjes van haar. Als je daar dagen en weken bij zit dan wordt het steeds duidelijker, plus dat je meteen kon nagaan of het klopte, iedereen woonde bij je in de buurt en alles ging als een lopend vuurtje, vooral als een voorspelling uit kwam. Veel later, in Holland als meisje van 15, 16 jaar en ouder was je veel verliefd of wilde je graag weten of het wel allemaal goed ging, dus begon ik eerst voor mijzelf en later voor al mijn vriendinnen de kaart te leggen. Al gauw was mijn reputatie als waarzegster bekend. Mijn hele leven heb ik kosteloos vooral voor vrienden en hele goede kennissen de kaart gelegd. Nog steeds, als een van mijn vriendinnen ziek is of iets naars heeft, leg ik de kaart nog een enkele keer, al was het alleen om zelf te weten hoe het afloopt. Er is een tijd geweest, dat het te gek werd. Toen ben ik er mee gekapt, dus nu nog alleen voor echte vriendinnen of vrienden. Vaak heeft men mij gevraagd, waarom vraag je er geen geld voor. Mijn antwoord is: als ik het echt zo goed doe, is dat een geschenk en wil ik daar geen geld voor hebben. Dinkie
Abonneren op:
Posts (Atom)