dinsdag 24 maart 2009
Airport Port hacourt in Nigeria
Dit was het Interbeton project waar Willem van de eind fase heeft gedaan als commercieel manager in 1978 tot 1979 . Leuk om dit gevonden te hebben. Ook daar weer heel veel meegemaakt,zie de verhalen over Nigeria Port Harcourt. Dinkie
Een gelukkige tijd in Nigeria 1970
Afgemat, doodmoe, vier kinderen, vier verhuizingen en zonder enige hulp. Een man die om acht uur s'avonds thuis kwam en heel veel in het buitenland zat en nooit tijd had. Zo kwam ik in ons eerste project terecht: Nigeria, Lagos. Nu was Nigeria anno 1970, vlak na het vertrek van de Engelsen en net na de Biafraanse oorlog nog een bijna koloniaal geheel. Wij kregen daar in Ikoy, een prachtige wijk in Lagos, een beeldig huis in een parkachtige tuin gelegen. Met aan een kant van het huis alleen maar glazen deuren, die allemaal open konden naar een veranda. Bij dat huis een hele grote keuken, ruime slaapkamers en natuurlijk de prachtige tuin met vele bomen en vooral niet te vergeten heel veel personeel. Twee huisbedienden (mannen), die achter het huis op een eigen compound woonden met hun gezinnen. Een tuinman plus hulpje en een nachtwacht en chauffeur. Zo van de hel in de hemel, alles werd gedaan, wassen, strijken, de gehele sjebeng sjebeng. Geen vinger hoefde ik meer uit te steken, een gigantische luxe. Om dit alles nog makkelijker te maken was daar ook nog de Ikoyclub, geheel op Engelse leest geschoeid, met bibliotheek, golfbanen, tennis, judo, squash, een prachtig zwembad en je kon er heerlijk eten en drinken. Na schooltijd zat de hele jeugd dus daar en waren uren zoet.Het project was een regeringsproject via Nedeco en de Nederlandse Ambassade, dus zeer lux. Er was ons zeer veel geld gegeven voor kleding zoals avondjurken, cocktailjurken, sportkleding en nog veel meer, dat was verplicht en beslist geen ramp voor een afgetobd huisvrouwtje, ook voor onze kinderen niet. Er ging een totaal nieuwe wereld voor ons open met heel veel etiquetten en verplichtingen aan de ene kant, luxe en vrijheid aan de andere kant. Je had in Lagos in die tijd, buiten de verplichte feesten via de Ambassade ook nog twee geweldige nachtclubs, de Bachus en de Bagatelle, waar heel veel Libanezen in werkten, buitengewoon charmante mensen. Ik genoot het meest van het vrij zijn, geen huishouden meer. Kunnen doen wat je wilde, zwemmen, thuis komen en het eten stond op tafel, je was was gedaan, super. Je kinderen werden verzorgd en prima verzorgd, er was ook altijd iemand thuis . De chauffeur reed ze overal naar toe en haalde ze ook weer op, ongelooflijk. Maar de fijnste momenten van mijn verblijf daar waren de vele dagen, dat ik met een bananen boot vanaf het Federal Palace hotel (met zwembad en andere luxe) vertrok om dan via de grote vaarroute van alle schepen die naar Lagos gingen, naar Badagry beach te gaan. Die tochten met dat kleine bootje en buitenboordmotor, die het liefst weigerde als je midden tussen de grote schepen voer, was doodeng. Dat kleine smalle houten bootje, daar deinend, steeds dichter naar zo'n schip toe drijvend, een Nigeriaan die in grote paniek maar bleef rukken om de motor aan de praat te krijgen, wij vol spanning, hopende niet overvaren te worden door een van die gigantisch groot lijkende schepen, menig keer als ik net dacht van nu jongens dat was het dan weer, nu eindigt hier mijn leven, startte het kreng en konden wij net op tijd wegvaren van het grote gevaar en opgelucht ademhalen. Maar het kon het verlangen naar die geweldige uren op een totaal eenzaam strand onder een palmdakje zittend en luisterend naar de enorme klappen van de golven op het strand en de heerlijke klappermelk uit de kokosnoten niet verstoren. Uren heb ik daar doorgebracht in mijn eentje. Af en toe een expat of een Nigeriaanse vrouw, die kokosnoten aan mij verkocht. Genoten heb ik van die verrukkelijke dagen met zon, wind, golven en diepe rust. Soms ging mijn jongste zoon met mij mee en speelde dan ook uren op het strand. Dit Badagry beach, zo stil, zo mooi, zo ongerept, met die prachtige palmbomen verderop, zal ik nooit meer vergeten. Dinkie
Badagry beach Lagos
De prachtige golven die met donderend geweld op de kust vielen. Dit is de Atlantische Oceaan.De prachtige golven die met donderend geweld op de kust vielen. Dit is de mooie Atlantische Oceaan.
Badagry beach Lagos 1970
De lagere school in Holland ,Wassenaar.
De Lagere School.
Daar, langzaam en verlegen, kwam ze dan voor het eerst op een normale school in de vijfde klas september 1947. Na vier jaar Jappenkamp, zonder onderwijs,nu 13 jaar oud in het mooie Wassenaar. Mager, geel en met weggerotte voortanden, ze durfde niet te lachen of met opgericht hoofd te praten, want dan lachten zes zwarte stompjes je toe. Daar in dat grote klaslokaal werd ze zich ook bewust van de vreselijke achterstand. In deze hecht gevormde gemeenschap was zij een bezienswaardigheid. Werd heel veel gepest en niet geaccepteerd. Zo liep ze dagenlang in de pauze in haar eentje over de speelplaats, hier en daar kijkend wat ze aan het doen waren en werd ze volkomen genegeerd. Diep bedroefd, alleen, liep ze dan weer naar huis om daar thuis keihard te werken aan het inhalen van de achterstand en ieder avond van half zeven tot 10 uur naar bijles. Ook 's zomers in de vakantie was ze bezig, schreef hele hoofdstukken Nederlands over, zodat het in haar hoofd gegrift zat, waarna ze ieder hoofdstuk kon verkopen voor heel weinig aan kinderen, die voor straf een provincie zoveel keer moesten overschrijven. Tijdens deze schooltijd kreeg ze een hele grote operatie in Utrecht, in een soort tribune-achtige zaal, waarbij een hele groep tandheelkundige studenten zaten mee te kijken, naar dit staaltje weggerotte tanden en een professor, die al pratende zijn uiterste best deed om alle wortels schoon te krabben, ook de neusvleugels van binnen schoon te krabben. Na een uur waarschuwde zij, dat ze flauw ging vallen, dat wist zij omdat zij in de tropen iedere dag flauw was gevallen, door verwaarloosde geelzucht, totdat het mogelijk was in een Amerikaans ziekenhuis opgevangen te worden. Toen zij dus weer was bijgekomen ging de professor weer verder, een paar hele lieve studenten hadden zo met haar te doen en bleven aan iedere kant van haar staan en hielden haar hand vast en waren heel erg begaan met haar. Met een hoeveelheid hechtingen boven haar zwarte stompjes waren zij na twee uur klaar met alles. Onder applaus en stervend van de pijn, ging zij naar haar grootmoeder, die in Utrecht woonde. Deze stopte haar met veel aspirines in bed. Op deze schoon gemaakte wortels werden zilveren, hele kleine scherpe tanden gemaakt, waarover later zes mooie witte tanden werden geschoven. Ze kon met die zilveren enge tandjes zo meespelen in een horror film. Het pesten werd twee keer zo erg. School werd een kwelling. Het enige dat haar troostte was, dat haar leraar zich er helemaal voor inzette om haar aan alle kanten te helpen, wat ook gelukt is. Op een dag, na maanden, weer eenzaam lopend op de speelplaats, kijkend naar die vrolijke spelende en lachende kinderen, stond ze stil bij een groepje touwtje springende meisjes uit de zesde klas, kwam Tineke, het meest populaire meisje van school en de favoriet van het hoofd van de school, blonde krullen, helle blauwe ogen, zeer bij de hand en adrem, met een mooie zangstem, op haar af en zei hardop en luid tegen de groep: "Zij doet van nu af aan ook mee". Zo gebeurde dat ook meteen. Van die dag af werd ik volledig opgenomen in de groep en kreeg ik een erge leuke tijd en werd zij ook mijn vriendin en met dat kleine scherpe kinnetje omhoog, heeft zij er voor gezorgd, dat de school van toen af, een fijne tijd werd, door mijn hele leven heen heb ik haar zo regelmatig gezien en gekend, totdat zelfs haar dochter, mijn eerste schoondochter werd, waardoor wij samen twee kleinkinderen kregen en ik haar tot op heden ten dage wonder boven wonder iedere verjaardag en op alle belangrijke dagen weer zie en meemaak en ook al jaren met haar in mijn leven op trek. Deze Tineke, is nu ook een bejaarde dame, maar nog steeds met een ijzersterke wil en nog steeds enorm bij de hand, een echte lieve oude taaie en voor zover ik weet en meemaak ook "oud en zeer opgewekt". Dinkie
Daar, langzaam en verlegen, kwam ze dan voor het eerst op een normale school in de vijfde klas september 1947. Na vier jaar Jappenkamp, zonder onderwijs,nu 13 jaar oud in het mooie Wassenaar. Mager, geel en met weggerotte voortanden, ze durfde niet te lachen of met opgericht hoofd te praten, want dan lachten zes zwarte stompjes je toe. Daar in dat grote klaslokaal werd ze zich ook bewust van de vreselijke achterstand. In deze hecht gevormde gemeenschap was zij een bezienswaardigheid. Werd heel veel gepest en niet geaccepteerd. Zo liep ze dagenlang in de pauze in haar eentje over de speelplaats, hier en daar kijkend wat ze aan het doen waren en werd ze volkomen genegeerd. Diep bedroefd, alleen, liep ze dan weer naar huis om daar thuis keihard te werken aan het inhalen van de achterstand en ieder avond van half zeven tot 10 uur naar bijles. Ook 's zomers in de vakantie was ze bezig, schreef hele hoofdstukken Nederlands over, zodat het in haar hoofd gegrift zat, waarna ze ieder hoofdstuk kon verkopen voor heel weinig aan kinderen, die voor straf een provincie zoveel keer moesten overschrijven. Tijdens deze schooltijd kreeg ze een hele grote operatie in Utrecht, in een soort tribune-achtige zaal, waarbij een hele groep tandheelkundige studenten zaten mee te kijken, naar dit staaltje weggerotte tanden en een professor, die al pratende zijn uiterste best deed om alle wortels schoon te krabben, ook de neusvleugels van binnen schoon te krabben. Na een uur waarschuwde zij, dat ze flauw ging vallen, dat wist zij omdat zij in de tropen iedere dag flauw was gevallen, door verwaarloosde geelzucht, totdat het mogelijk was in een Amerikaans ziekenhuis opgevangen te worden. Toen zij dus weer was bijgekomen ging de professor weer verder, een paar hele lieve studenten hadden zo met haar te doen en bleven aan iedere kant van haar staan en hielden haar hand vast en waren heel erg begaan met haar. Met een hoeveelheid hechtingen boven haar zwarte stompjes waren zij na twee uur klaar met alles. Onder applaus en stervend van de pijn, ging zij naar haar grootmoeder, die in Utrecht woonde. Deze stopte haar met veel aspirines in bed. Op deze schoon gemaakte wortels werden zilveren, hele kleine scherpe tanden gemaakt, waarover later zes mooie witte tanden werden geschoven. Ze kon met die zilveren enge tandjes zo meespelen in een horror film. Het pesten werd twee keer zo erg. School werd een kwelling. Het enige dat haar troostte was, dat haar leraar zich er helemaal voor inzette om haar aan alle kanten te helpen, wat ook gelukt is. Op een dag, na maanden, weer eenzaam lopend op de speelplaats, kijkend naar die vrolijke spelende en lachende kinderen, stond ze stil bij een groepje touwtje springende meisjes uit de zesde klas, kwam Tineke, het meest populaire meisje van school en de favoriet van het hoofd van de school, blonde krullen, helle blauwe ogen, zeer bij de hand en adrem, met een mooie zangstem, op haar af en zei hardop en luid tegen de groep: "Zij doet van nu af aan ook mee". Zo gebeurde dat ook meteen. Van die dag af werd ik volledig opgenomen in de groep en kreeg ik een erge leuke tijd en werd zij ook mijn vriendin en met dat kleine scherpe kinnetje omhoog, heeft zij er voor gezorgd, dat de school van toen af, een fijne tijd werd, door mijn hele leven heen heb ik haar zo regelmatig gezien en gekend, totdat zelfs haar dochter, mijn eerste schoondochter werd, waardoor wij samen twee kleinkinderen kregen en ik haar tot op heden ten dage wonder boven wonder iedere verjaardag en op alle belangrijke dagen weer zie en meemaak en ook al jaren met haar in mijn leven op trek. Deze Tineke, is nu ook een bejaarde dame, maar nog steeds met een ijzersterke wil en nog steeds enorm bij de hand, een echte lieve oude taaie en voor zover ik weet en meemaak ook "oud en zeer opgewekt". Dinkie
Abonneren op:
Posts (Atom)