De Lagere School.
Daar, langzaam en verlegen, kwam ze dan voor het eerst op een normale school in de vijfde klas september 1947. Na vier jaar Jappenkamp, zonder onderwijs,nu 13 jaar oud in het mooie Wassenaar. Mager, geel en met weggerotte voortanden, ze durfde niet te lachen of met opgericht hoofd te praten, want dan lachten zes zwarte stompjes je toe. Daar in dat grote klaslokaal werd ze zich ook bewust van de vreselijke achterstand. In deze hecht gevormde gemeenschap was zij een bezienswaardigheid. Werd heel veel gepest en niet geaccepteerd. Zo liep ze dagenlang in de pauze in haar eentje over de speelplaats, hier en daar kijkend wat ze aan het doen waren en werd ze volkomen genegeerd. Diep bedroefd, alleen, liep ze dan weer naar huis om daar thuis keihard te werken aan het inhalen van de achterstand en ieder avond van half zeven tot 10 uur naar bijles. Ook 's zomers in de vakantie was ze bezig, schreef hele hoofdstukken Nederlands over, zodat het in haar hoofd gegrift zat, waarna ze ieder hoofdstuk kon verkopen voor heel weinig aan kinderen, die voor straf een provincie zoveel keer moesten overschrijven. Tijdens deze schooltijd kreeg ze een hele grote operatie in Utrecht, in een soort tribune-achtige zaal, waarbij een hele groep tandheelkundige studenten zaten mee te kijken, naar dit staaltje weggerotte tanden en een professor, die al pratende zijn uiterste best deed om alle wortels schoon te krabben, ook de neusvleugels van binnen schoon te krabben. Na een uur waarschuwde zij, dat ze flauw ging vallen, dat wist zij omdat zij in de tropen iedere dag flauw was gevallen, door verwaarloosde geelzucht, totdat het mogelijk was in een Amerikaans ziekenhuis opgevangen te worden. Toen zij dus weer was bijgekomen ging de professor weer verder, een paar hele lieve studenten hadden zo met haar te doen en bleven aan iedere kant van haar staan en hielden haar hand vast en waren heel erg begaan met haar. Met een hoeveelheid hechtingen boven haar zwarte stompjes waren zij na twee uur klaar met alles. Onder applaus en stervend van de pijn, ging zij naar haar grootmoeder, die in Utrecht woonde. Deze stopte haar met veel aspirines in bed. Op deze schoon gemaakte wortels werden zilveren, hele kleine scherpe tanden gemaakt, waarover later zes mooie witte tanden werden geschoven. Ze kon met die zilveren enge tandjes zo meespelen in een horror film. Het pesten werd twee keer zo erg. School werd een kwelling. Het enige dat haar troostte was, dat haar leraar zich er helemaal voor inzette om haar aan alle kanten te helpen, wat ook gelukt is. Op een dag, na maanden, weer eenzaam lopend op de speelplaats, kijkend naar die vrolijke spelende en lachende kinderen, stond ze stil bij een groepje touwtje springende meisjes uit de zesde klas, kwam Tineke, het meest populaire meisje van school en de favoriet van het hoofd van de school, blonde krullen, helle blauwe ogen, zeer bij de hand en adrem, met een mooie zangstem, op haar af en zei hardop en luid tegen de groep: "Zij doet van nu af aan ook mee". Zo gebeurde dat ook meteen. Van die dag af werd ik volledig opgenomen in de groep en kreeg ik een erge leuke tijd en werd zij ook mijn vriendin en met dat kleine scherpe kinnetje omhoog, heeft zij er voor gezorgd, dat de school van toen af, een fijne tijd werd, door mijn hele leven heen heb ik haar zo regelmatig gezien en gekend, totdat zelfs haar dochter, mijn eerste schoondochter werd, waardoor wij samen twee kleinkinderen kregen en ik haar tot op heden ten dage wonder boven wonder iedere verjaardag en op alle belangrijke dagen weer zie en meemaak en ook al jaren met haar in mijn leven op trek. Deze Tineke, is nu ook een bejaarde dame, maar nog steeds met een ijzersterke wil en nog steeds enorm bij de hand, een echte lieve oude taaie en voor zover ik weet en meemaak ook "oud en zeer opgewekt". Dinkie
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten