zondag 19 september 2010

De Heilige Boom

Heilige Boom
Wij hadden weer eens een huis in de bergen, dit keer met een groot open grasveld er om heen en aan het eind van het grasveld een hek helemaal om onze tuin. Waar het hek naar binnen kwam stonden er achter heel veel struiken. Dat alles lag op een helling en achter de struiken  een hele grote dikke boom met veel wortels. De boom was zo dik, dat je er met drie mensen omheen moest staan met uitgestrekte armen voor je elkaar weer aanraakte. Midden in het grasveld lag ons zwembad, waar wij dagen in verbleven. Iedere keer hoorden wij mensen naar de boom gaan en daar zingen of bidden. Het bleek een heilige boom te zijn en alle Indische mensen brachten de meest heerlijke etenswaren naar hun heilige boom, allemaal kweelappies en koekjes en nog veel meer in pisangbladeren, het zag er heerlijk uit. Als wij naar al dat lekkers keken, liep het water ons in de mond. Onze baboe vertelde ons dat, als je daar bij de heilige boom eten bracht, je nooit iets ergs zou overkomen. Op een dag gingen wij stiekem het hek uit om bij de boom te kijken. Vol verbazing keken wij naar al die heerlijkheden. Mijn broer zei:" ik wil wel wat ervan pakken als iedereen weg is", maar dat zag ik niet zo zitten en zei als je dat doet gebeurt er wel iets ergs met je. Mijn broer keek mij aan:" Geloof jij dat echt, vroeg hij, ik niet hoor, allemaal flauwekul." Wij terug, maar zoals je weet gaat iedereen 's middags rusten, dus wij weer naar de boom, stiekem, er was niemand en er kwam ook niemand. Mijn broer boog zich voorzichtig voorover, zocht naar iets heel erg lekkers en nog voor dat hij iets gepakt had, hoorden wij een ontzettend hard geritsel door de struiken. Als er al iets was waar wij bang voor waren, waren het slangen, want de baboes hadden ons verteld dat deze beesten je beten en dat je dan direct dood ging. Wij weg, volgens ons was dat er een. De volgende keer, dat wij weer naar de boom gingen, toen iedereen sliep, probeerde mijn broer weer iets te pakken, weer begon het harde geritsel, zo erg, dat wij vol verbazing bleven staan en zagen dat de struiken gewoon heen en weer gingen.:" Er zit iemand zei mijn broer: "Ja, zei ik, een slang, die zal er ook wel van eten." En weg waren wij. Sinds die dag zijn wij nooit meer bij de boom geweest om iets weg te pakken, alleen om er zelf ook iets bij te leggen, in de hoop dat ons ook nooit iets zou overkomen en dat is ook nooit gebeurd, er is wel veel gebeurd in ons leven en die prachtige dikke heilige boom met zijn vele grote uitstekende wortels zal ik ook nooit meer vergeten, maar toch hebben zowel mijn broer als ik alles overleefd, zou het dan toch door onze offers aan de mooie boom gekomen zijn ?. Dinkie.