zondag 6 januari 2008

Heilige Boom

Wij hadden weer eens een huis in de bergen, dit keer met een groot open grasveld eromheen en aan het eind van het grasveld een hek helemaal om onze tuin heen. Op een plek kwam het hek naar binnen en op die plek, achter het hek, stonden heel veel struiken. Dat alles lag op een helling en achter de struiken een hele grote dikke boom met veel wortels. De boom was zo dik, dat je er met drie mensen omheen moest staan met uitgestrekte armen voor je elkaar weer raakte. Midden in het grasveld lag ons zwembad, waar wij dagen in verbleven. Iedere keer hoorden wij mensen naar de boom gaan en daar zingen of bidden. Het bleek een heilige boom te zijn en alle Indonesische mensen brachten de meest heerlijke etenswaren naar hun heilige boom, allemaal kweelappies en koekjes en nog veel meer in pisangbladeren, het zag er heerlijk uit. Als wij naar al dat lekkers keken, liep het water ons in de mond. Onze baboe vertelde ons dat, als je daar bij de heilige boom eten bracht, je nooit iets ergs zou overkomen. Op een dag gingen wij stiekem het hek uit om bij de boom te kijken. Vol verbazing keken wij naar al die heerlijkheden. Mijn broer zei:" ik wil wel wat ervan pakken als iedereen weg is", maar dat zag ik niet zo zitten en zei als je dat doet gebeurt er wel iets ergs met je. Mijn broer keek mij aan:" Geloof jij dat echt vroeg hij, ik niet hoor, allemaal flauwekul." Wij terug, maar zoals je weet gaat iedereen 's middags rusten, dus wij weer naar de boom, stiekem, er was niemand en er kwam ook niemand. Mijn broer boog zich voorzichtig voorover zocht naar iets heel erg lekkers en nog voor dat hij iets gepakt had, hoorden wij een ontzettend hard geritsel door de struiken. Als er al iets was waar wij bang voor waren, waren het slangen. Wij weg, volgens ons was dat er een. De volgende keer, dat wij weer naar de boom gingen, toen iedereen sliep, probeerde mijn broer weer iets te pakken, weer begon het harde geritsel, zo erg, dat wij vol verbazing bleven staan en zagen dat de struiken gewoon heen en weer gingen.:" Er zit iemand zei mijn broer: "Ja zei ik, een slang, die zal er ook wel van eten." En weg waren wij. Sinds die dag zijn wij nooit meer bij de boom geweest om iets weg te pakken, alleen om er zelf ook iets bij te leggen,in de hoop dat ons ook nooit iets zou overkomen en dat is ook nooit gebeurd.Dinkie.

Een dorpsverhaaltje

Het volgende verhaal uit ons dorp kwam mij ter ore en ik dacht, wil je echt oud worden, dan moet je dit doen. Een oude vrijgezel van 75 jaar, wonend in een prachtige boerderij met een mooi lapje grond, zei het enigzins verwaarloosd. Hij was in de winter altijd heel erg ziek, bronchitis, de dokter veel op bezoek, veel antobiotica enz. .Waarschijnlijk te zuinig met stoken en oude huizen zijn vochtig en tochtig. Iedere winter zweefde hij op het randje van de dood. Zijn buren, die toch al veel voor hem deden, kwamen op het luisterrijke idee om zijn boerderij te kopen voor weinig geld, 98000 gulden en hem zolang als hij leefde iedere avond een warme maaltijd te geven. De oude vrijgezel had er wel oren naar en aangezien hij kind noch kraai had werd de deal gesloten. Naar iedereens idee boften de buren met zo,n schitterende koop, want het kon beslist niet lang duren met deze zieke zwakke oude man. Maar je kunt het geloven of niet, deze zieke zwakke man is 96 jaar geworden en heeft 21 jaar lang heerlijke warme maaltijden gehad. Zo zie je maar, wil je oud worden, dan moet je zulke deals sluiten. D e boerderij is verkocht voor 198000 gulden en beiden hebben dus toch nog geboft.

donderdag 13 december 2007

Een vreselijke dag

Het was half 1968. Wij woonden toen in Voorschoten in de Papenlaan, een heerlijk huis. Op 35 jarige leeftijd had ik, na 3 pogingen, mijn rijbewijs gehaald en had als gewoonte om 1x per week mijn ex naar de Waalhaven of andere haven te brengen, zodat ik de hele verdere dag de auto kon gebruiken, wat neerkwam op meestal klusjes doen voor de kinderen en soms gezellig shoppen met ze. En om half 6 reed ik weer richting Rotterdam, zonder files.Vaak gingen er een of twee kinderen mee, zo ook die dag mijn dochter Arlette en haar vriendin Wilma. Wij gingen nog even richting Wassenaar voor nog een boodschap toen er daar iemand stond te liften richting Rotterdam. Ik zei: oke, stap in, maar je moet nog even geduld hebben, wij moeten nog een paar dingen doen voor wij naar Rotterdam gaan. Dat is helemaal niet erg mevrouw zei de aardige, zeer verlegen jongeman van plus minus 23 jaar en hij reed een uur lang mee overal naar toe, ook nog langs ons huis in Voorschoten.Hij zat zoet en doodstil en liet hij alles over zich heen komen, de luide muziek, de drukte en ons heen en weer geren. Eindelijk op weg naar Rotterdam. Hij wilde niets eten of drinken, wat ik hem steeds aanbood. Net op de grote weg, pats, band kapot. De jongeman begon meteen te klagen van ik kan u niet helpen, heb er geen verstand van en kan niets met auto's. Verder speel ik piano en ben voorzichtig met mijn handen.Ik zei: lieve jongen, maak je niet druk, ik kan alles, dus wij de auto uit. Enfin, moeders aan de slag. In die dagen was ik zeer modieus gekleed, heel hip, laarzen met hoge hakken. Helaas was dat niet de juiste kleding voor de klus, maar het lukte.De nieuwe band zat erop. De toeschouwers waren duidelijk opgelucht. Ik probeerde toen de wieldop erop te slaan met mijn handen, wat mij niet lukte, hij viel er steeds weer af en lichtelijk geirriteerd ging ik op mijn achterste zitten, zette de dop erop en achteruit leunend trok ik een been helemaal in om hem met mijn hak een dreun te geven.Op het moment dat ik uitschoot,deed de stille jongeman zijn hand op de wieldop en kreeg de volledige hak in zijn hand. Ik gilde, hij gilde en de meisjes gilden, dansend van pijn met zijn hand in zijn andere hand liep hij jammerend rond. Ik gilde: hoe kun je nu zo stom doen, laat zien. Zijn hand werd steeds dikker, zwol helemaal op en hij zag spierwit van de pijn. Ik zei: nu naar het ziekenhuis, direct. Maar hij riep: nee mevrouw, ik wil naar huis. In Rotterdam, stil zittend met zijn opgezwollen hand over zijn borst, dood zielig, stuurde hij mij regelrecht naar de straat waar hij woonde. Hoe ik het ook probeerde, hij wilde alleen naar huis en jammerde over piano spelen. Toen hij uitstapte draaide hij zich om en zei: hartelijk bedankt voor de lift.. Ik zei: mijn jongen, ga gauw naar de dokter en weg was hij, de straat in naar zijn huis. Ieder jaar denk ik er wel eens aan, het was volgens mij echt zeer ernstig. Dit is iets wat je nooit meer vergeet. Ik hoop dat het heel goed met hem gaat en dat hij nog steeds piano kan spelen. dinkie

zondag 25 november 2007

Vervolg Tante Truus.

Samen met Noor en Marijke ging ik mee naar alle familieverjaardagen, ook mee naar de moeder van tante Truus, die boven hun grote speelgoedzaak woonde" Nieuw Parijs". In het magazijn mochten wij spelen als wij voorzichtig waren. Zo ontmoette ik ook de andere Loomans familie, alle ooms en tantes en hun kinderen .Verder gingen wij vaak fietsen met tante Truus, oom Gerard en de kinderen en picknicken op de Leusder heide, met wat te drinken en te eten en kijkend naar mijn nieuwe allerliefste tante en oom, die heel lief met elkaar waren. Zo ging een heerlijke zomer en een heerlijke winter voorbij, een van de meest gelukkige tijden die ik gekend heb, zorgeloos kind zijn. Detteke werd geboren en daarna Jacinta en ik maakte het allemaal mee en hoorde er gewoon bij. Toen ineens was het over, mijn vader kreeg rayon, Den Haag, Wassenaar, Rijswijk, Voorburg, Voorschoten en Leidschendam en wij moesten weg uit Amersfoort, na ander halfjaar, weg van mijn nieuwe familie, na al die heerlijke dagen met die heerlijke kinderen, tantes, ooms, grootouders, gezellige zomer met ijsjes, picknicken, warmte, gezelligheid en veel liefde van iedereen.
Diep verdrietig was ik en nog jaren ben ik er iedere zomer gaan logeren. Zoveel als ik kon, dus vele zomers heb ik er weken doorgebracht, een keer zal ik nooit vergeten toen kwam zij mij zelf persoonlijk van de trein halen en liepen wij gearmd naar hun huis en heb ik heerlijk met haar de hele weg kunnen praten wij tweeën, soms was er weer een kleintje bij en als er s'-nachts moest worden opgestaan, omdat er eentje kinkhoest had, dan zei ik tegen haar, ik ga wel blijf maar liggen en liep dan met Detteke rond tot de hoestbui over was, gaf haar haar druppels en alles en bleef bij haar tot ze sliep, als ik dan weer naar mijn eigen kamer liep, zij tante Truus dank je lieverd en zo hadden wij een hele goede understanding met elkaar, maar toen kwam de middelbare school, daar door kon ik minder vaak gaan en na de middelbare school kwam de kweekschool en toen werd het moeilijker en ik had geen geld, kon ook niet zo gauw aan geld komen en moest heel veel doen voor die school. Kreeg toen mijn eigen kind en ging in de Bilt wonen en vandaar kon ik met mijn kind en in verwachting van de volgende ook een paar keer bij haar zijn en logeren later wat vaker, Arlette weet het nog. Inmiddels had ze Pia en daarna Michiel gekregen, zes kinderen en wat was het er nog gezellig, heel knap vond ik dat. Daarna verhuisde ik naar Nieuwkoop en werd het moeilijker met 3 kinderen en geen vervoer weg te gaan. Maar zij bleef de vrouw naar wiens evenbeeld ik altijd gestreefd heb. Mijn grote lichtende voorbeeld en zodra ik het idee had, dat haar beeld niet meer duidelijk in mijn ziel gegrift stond, ging ik haar opzoeken en tankte de warmte, de liefde, de hartelijkheid en de gezelligheid weer bij. Zoals zij was zo wilde ik trachten ook te zijn als vrouw en moeder. Later, samen met Willem, hebben wij haar zoveel mogelijk opgezocht en gezien hoe ze van innerlijke en uiterlijke beeldschone vrouw, een hele lieve oma werd, met heel veel verdriet en hoe ze al dat vele verdriet en persoonlijke narigheid op haar fijne wijze weer wist te accepteren.Nooit een klacht. Uren hebben wij gepraat over het leven en van alles. Nooit, in mijn hele leven, heb ik zo'n fijn mens en wezen ontmoet als mijn tante Truus. Ze is helaas op 86 jarige leeftijd gestorven en daar stond ik dan voor het eerst weer op de begraafplaats in de Bergstraat tegenover het huis, waar ik haar voor het eerst gezien had en heb daar afscheid van haar genomen. Nooit heeft ze mij laten vallen, nooit heeft ze mij het gevoel gegeven dat ik er niet bij hoorde, nooit heeft ze mij teleurgesteld, altijd weer verbaasde zij mij, door de warme manier, waarop zij mij en Willem later ook in haar armen sloot en diep in mijn ziel heeft zij mij geraakt en de warmte gegeven waar ik zo vreselijk naar hunkerde, mijn Tante Truus.

zaterdag 24 november 2007

Tante Truus

Na onze aankomst in Holland, zie het weerzien met mijn vader, kwamen wij dus in de Bergstraat terecht te Amersfoort in een dubbel bovenhuis, tegen over het kerkhof. Iedere avond keek ik ernaar van af mijn bed in het kamertje boven de voordeur. Voor het eerst het gezin bij elkaar mijn broer en ik genoten. Wij hadden elkaar ook een tijd niet gezien. Eenmaal per week gingen wij naar het badhuis op zondag morgens om ons daar te douchen met kokend heet water en ons  haar  te wassen, schoon en warm kwamen wij dan weer thuis voor de lunch. Maar na een paar weken moest mijn vader helaas alleen naar Dordrecht voor een opfriscursus in zijn vak bij zijn oude maatschappij. Thuis werd het weer stiller en met een strenge moeder, kon je niet veel doen. Op een dag ging de bel en ik deed open en een hele lieve stem zei , jij bent zeker Dinkie, ja zei ik. Ik kom eventjes wat brengen voor je moeder en ik ben tante Truus Nooy. Een heerlijke warmte kwam mij tegemoet en daar kwam het liefste wezen, dat ik ooit ontmoet heb, met al haar warmte, naar mij toe. Ik was sprakeloos. Ze bracht een hele doos met roze serviesgoed mee. Prachtig vonden wij het. Zij was de vrouw van mijn vaders collega in Amersfoort en via de maatschappij had zij alles over ons gehoord en was zo snel mogelijk met alle liefde en gulheid gekomen om te zien of ze nog iets voor ons kon doen. Mijn moeder bood haar een kopje thee aan en zei dat ze heel blij was met het serviesgoed, maar dat alles verder o.k. was en wij verder van alles voldoende hadden. Na het kopje thee zei mijn allerliefste nieuwe tante Truus: misschien heeft Dinkie wel zin om bij ons te komen spelen met Marijke en Noortje, ze is van harte welkom, dan zie ik je dus vanmiddag, dat is dan afgesproken en daar ging ze. Mijn hart zat in mijn keel van blijdschap en niets kon mij meer tegen houden, de afspraak was al gemaakt, dus ook voor mijn moeder was er geen ontkomen aan. 's middags ging ik er heen vol verwachting. Eindelijk vond ik de Paulus Buyslaan en stond ik voor het meest schattige huis met een rieten dak, dat je je maar kunt voorstellen en de deur ging open en daar werd ik voor eens en altijd in de liefdevolle warmte van dat gezin opgenomen. Vanaf die tijd zat ik er bijna iedere dag en speelde met Marijke en Noortje en genoot. Het waren allerliefste zusjes voor mij. Mijn hart hunkerde naar dit gezellige vrolijke en warme gezin, daar was ook oom Gerard, de vader van het gezin, een allerliefste man, die heel graag viool speelde. We zongen dan allemaal mee. Ook was er juffie, die tante Truus hielp in het huishouden .Nooit zal ik meer de grote lange tafel vergeten, waar we met zijn allen aan zaten te eten en waar voor het eten altijd gebeden werd vaak, door een van de kinderen. Vooral Marijke was daar erg goed in. Noortje vergat nog wel eens wat. Wordt vervolgd.

zaterdag 22 september 2007

hoe wij ons mooiste plekje in nederland kregen.

Hoe wij, arm en ontheemd gezin uit de tropen, aan ons prachtige huis in Wassenaar kwamen. Op een van de mooiste plekken van Wassenaar. De moeder van mijn vader was een Hammacher, de dochter van een Notaris uit Groede en had 5 broers en zusters. Een van deze broers had een zoon, een volle neef van mijn vader dus, die in de kunstwereld zat en een prachtig huis in Wassenaar bewoonde. Mijn vader kreeg in Holland zijn oude baan weer terug (levensverz. en hypotheek-levensverz. enz..) Hij had gevraagd om het rayon Aalten en omgeving, maar kreeg tot zijn verdriet Den Haag, Wassenaar, Voorburg en Rijswijk, een van de moeilijkste rayons. De voorzienigheid had anders beslist. Hij ging naar zijn neef in Wassenaar en hoorde toen dat deze net was aangesteld als directeur van het Kruller Muller museum op de Veluwe en dat hij met de van Gogh's naar Amerika moest. Mijn vader wilde dolgraag het huis van hem huren en neef lief had intens medelijden met mijn vader om alles wat deze had meegemaakt en bood het hem voor een zeer redelijke huur aan met de afspraak, dat hij het later, als hij er beter voor stond, het van hem kon kopen, geweldig. Maar ze hadden buiten de waard gerekend, want in die tijd besliste het gemeentebestuur wie er waar ging wonen. Woningnood 1947-1948. De gemeente had andere plannen. Het huis werd door hun toegewezen aan de directeur van het Rijnlands lyceum en zeker niet aan de arme neef uit de tropen. Maar samen hebben de neven toen een lange en zeer overtuigende brief aan Prins Bernhard geschreven en waarschijnlijk kende mijn vaders neef de prins, dat vermoed ik, want zowaar werd de burgemeester gebeld en verteld dat wij in dat mooie huis mochten en zo kwamen wij met onze sinaasappelkistjes als stoelen in dat grote mooie huis tussen de bomen en met om de hoek het prachtige Raadhuis en alle bossen eromheen, wat waren wij gelukkig. En aangezien beide ouders uit zeer goede gezinnen kwamen en een luxe smaak hadden, zijn wij dankzij vele venduhuizen en veilingen prachtig voor weinig geld in de mooie meubels gekomen, die veel later ook veel waard waren. Onze eerste Sinterklaas en onze eerste Kerst aldaar zal ik ook niet gauw vergeten. Mijn moeder had wat gebreid zoals mutsen, wanten, sjaals, enz., maar veel was er niet. Toen ging ineens s'-avonds de bel. Wij zeer verbaasd en daar stond in het donker op de stoep een hele grote mand met van alles erin, jam, fruit, noten, blikken, van alles en of dat nog niet genoeg was een envelop met 150 gulden erin, voor die tijd erg veel, zonder briefje en zonder afzender, niets. En dat was nog niet het einde, want met een magere kerst ging weer de bel en weer een volle mand met zelfs een christmas- pudding die mijn moeder aan het huilen maakte, zonder envelop en sinds die tijd eten wij met kerst altijd een christmaspudding met brandende rum eromheen. En nooit zijn wij er achter gekomen van wie deze geweldige giften waren. Dinkie

zondag 9 september 2007

Het derde wonder

Mijn moeder sprak altijd over haar lievelingsfilm, "The Keys of The Kingdom", uit 1934, mijn geboortejaar. Maar hij kwam maar nooit op tv, zwart-wit met Gregory Peck. Intussen waren mijn beide ouders 76 jaar en mijn moeder helaas stervende aan longkanker. Wij hadden het er allemaal heel erg moeilijk mee. Ik heb mijn vader toen laten zweren op zijn erewoord, dat hij na zijn overlijden ons zou laten merken, dat hij doorleefde, hoe dan ook. Wij zijn allemaal met reincarnatie opgevoed, mijn ouders ook. Mijn vader was daarin zeer sterk en heeft ons compleet met alles overtuigd, maar zodra zoiets voorkomt als afscheid moeten nemen van je moeder, ook al was onze band niet zo goed, ga je toch weer twijfelen. In de loop der jaren had ik veel begrip gekregen voor haar karma en wist ik ook dat ik deze moeder met haar karma met mijn aard goed aankon. Wij hadden samen veel meegemaakt en het is en blijft je moeder. Helaas stierven beiden in hetzelfde jaar, mijn moeder eerst en drie maanden later mijn vader, met dit verschil, dat ik mij de laatste maanden helemaal aan mijn vader kon wijden. Hij lag in Zierikzee, dus tweemaal per dag erheen, alles kon ik voor hem doen, uit dank voor alles wat hij voor ons gedaan had. Een ijzersterke lieve man, nooit heb ik hem boos gezien, nooit. En altijd filosoferend over alles, waarschuwend, helpend, een harde werker en een echte heer. Mijn wereld stortte na zijn dood compleet in. Maar een mens is toch veerkrachtiger dan hij soms denkt. Het heeft twee jaar geduurd en met de lieve steun van Willem kwam ik weer overeind. Op een prachtige dag, kijkend naar de tv, hoorde ik de omroepster zeggen dat s'-middags de film "The Keys of The Kingdom kwam. Ik moest s'-middags weg, dus nam ik hem met de videorecorder op, maar liet de tape er helaas inzitten en de volgende dag is Oprah eroverheen opgenomen. In tranen was ik, verpest was de hele film, niets meer aan te doen. Een jaar later kwam Willem de keuken in rennen, je vader is er, alles ruikt weer naar caramel, (Dat hadden wij ontdekt, al vaker was mijn vader er en als een echte Haginees kwam hij dan met de lucht van Haagsche hopjes caramel). Ik naar de kamer en ja het leek wel een caramelfabriek. Willem zei, dit is de tv kamer, zet aan dat ding en wij keken overal en bleven hangen bij belgie-1, want de omroepster zei dat koning Boudewijn was overleden. Willem, ik vind het een reuze lieve man, maar daarvoor is mijn vader toch niet hier? Wacht nu maar even, misschien komt er nog wat anders. Wij keken naar alles over Boudewijn. Toen zei ineens de omroepster: door de dood van onze koning is het avond programma gewijzigd en komt om 9 uur de film "The Keys of The Kingdom". Dank je lieve paps en weg was de caramel lucht.
En wij zijn eindelijk in het bezit van "The Keys of The Kingdom" naar het boek van Cronin en met Gregory Peck in een lieve echte mooie film. Een echt wonder.
Dinkie