zondag 18 oktober 2009
Nieuwe plannen nieuwe vooruitzichten toch nog oud en spannend
Dit jaar een kroonjaar, 75 en een keuring voor je rijbewijs en hopen dat het goed gaat. De pasfoto wordt ieder jaar lelijker, ouder, ik schrik er altijd van. Dat deed ik ook van pasfoto's toen ik 55 jaar was en vond ze toen ook vreselijk, als ik ze nu zie dan denk ik :"God wat ben ik daar nog jong en rimpelloos." 's Nachts in bed spring ik over hekken, dans heerlijk rond en kan ineens van alles, vol grote plannen spring ik met die illusies mijn bed uit en krijg de klap van mijn leven, 103 kilo. Til het maar eens op, alle pogingen om dat naar beneden te krijgen faalden. Lukt je nooit meer met een niet werkende schildklier of je moet op water en brood voor een jaar. Zit er helaas niet in met zoveel smulpapen om mij heen, zelf ben ik er ook een. Dit komende jaar wordt een zeer cruciaal jaar, want dan komt het bord te koop in de tuin, nooit kunnen dromen dat dat nog eens zou gebeuren, maar aan alles komt een eind en een nieuw begin is ook weer heel spannend, wij kunnen dat zelfs nog doen ! Een kleiner huis, een moderner huis, minder onderhoud en een waar wij met wat hulp, moet ook betaald kunnen worden , kunnen blijven tot het bittere of niet bittere einde. Een tuin met minder onderhoud. De keuze is gevallen op een plek in de buurt van mijn oudste dochter in het noorden van Drenthe, helaas ver weg van Zeeland en de kleinkinderen, onze Eva en David. Maar wij hebben ze dan zo'n 14 jaar Eva en 9 jaar David van jongs af aan meegemaakt en hopen ook zelf nog veel naar ze toe te kunnen komen met caravan enz. Ook niet te vergeten moeten wij de inhoud van dit huis persen in een kleiner compacter huis, zal niet meevallen met alleen al twaalf kasten. Van dit alles zal ik regelmatig verslag doen, hoop dat het allemaal succesvol zal verlopen. Het is ook ergens weer geweldig spannend en wij komen dan ook heerlijk bij het ziekenhuis in Assen, waar al mijn operaties geweldig zijn gegaan, dat ook als derde op de lijst van alle ziekenhuizen staat, dus een van de beste is, wat ik ten volle kan beamen. Dinkie
herh, Een merkwaardige gebeurtenis
Een merkwaardige gebeurtenis.
Zoals ik al eerder verteld heb kwamen wij in de wijk te Malang terecht. Je moet je voorstellen, een grote villa wijk en daaromheen hoge hekken en prikkeldraad, auto's allemaal ingepikt door de jap, straten helemaal leeg. In iedere villa kwamen er acht mensen bij, je kunt wel na gaan wat dat betekent voor degene van wie de villa is. Overal mensen, die moeten slapen, eten, baden in jouw huis en nergens kun je klagen, want dan ging je de cel in. Je kunt je ook voorstellen wat dat een heibel gaf, zo ook bij ons. De vrouw des huizes was totaal over de rooie, al haar meubels en al haar mooie spullen, mensen die sliepen in de huiskamer en in de eetkamer, drama. Mijn ouders besloten de garage te nemen. Helaas zat mijn grootmoeder wel bij de vrouw des huizes, tot ook mijn vader weg moest en alle mannen tot en met 18 jaar. Hoe ze het voorelkaar hadden gekregen, mijn ouders, weet ik niet meer , maar er kwamen kisten met boeken en naaigerij uit ons huis in Soerabaja. Mijn moeder begon een bibliotheek vanuit de garage en daarmee verdiende zij een beetje geld. Bij de hoofdpoort was een kleine markt, waar de lokale mensen hun waar aan onze hollandse vrouwen mochten verkopen, waarna zij weer verdwenen. Wij speelden heel veel buiten. In het midden van deze villa wijk was een groot park, een gedeelte gras en een stukje bos, bestaande uit hele dunne dennen, ijzersterk en heel hoog. Daar werd veel in geklommen en mee heen en weer gezwiept. Aan het hoofd van al deze kinderen stond een grote jongen van ongeveer 15, 16 jaar, lang, slank en een enorme bos met krullen, rood blond, Henk. Het was een baasje en hij was verliefd op een wat ouder meisje Jaennie. Hij had mij uitgekozen om zijn postillion d'amour te zijn. Ik moest steeds briefjes naar haar brengen en wachten op briefjes terug. Dat duurde zolang wij er woonden. Als dank mocht ik, als enige, bij hem achterop zijn fiets. En achter aan zijn fiets een hele sliert met rolschaatsende kinderen en wie de laatste was vloog of uit de bocht of belande in een heg en dan maar gauw weer aanhaken. Ondanks het verdriet om onze vader was het juist door hem, dat wij ons als groep happy voelden en veel over alles discussieerden, zoals de Jap, het vertrek van onze vaders en het moeten geld zien te verdienen, want salarissen waren er niet. Er werd wel melk en voor ieder gezin een pakje boter en wat suiker afgegeven en nog wat andere dingen. Maar als het op was zat je er naast. Mijn moeder borduurde beeldige broches, spelde die op een kartonn en samen met andere mooie, door haar gemaakte dingen, ging ik langs de deuren om het te verkopen en verdiende daar echt nog wel een beetje mee. Af en toe fietste Henk, als hij mij zag, even met me mee. Helaas kwam daar na enkele maanden een eind aan, want wij moesten vertrekken naar Solo. Wij vonden het allemaal vreselijk en ik weet nog dat Henk met mij en nog een ander meisje s'avonds laat praatten en tegelijk afscheid namen en hij ons veel sterkte toewenste. En weer moesten wij alleen meenemen wat wij konden dragen en daar gingen wij het kamp uit, ook weg van mijn vader, niet wetend wat ons nu weer te wachten stond. Jaren later in Holland, 1953, de ramp in Zeeland. Wij verzamelden en werkten overal om te helpen sorteren van kleren, wij, dat waren alle meisjes van de Haanstra kweekschool. Een van mijn beste vriendinnen toen was Riet, die in Leiden op kamers woonde en waarmee ik toen stage op een kleuterschool liep. Haar vriendje had het net uit gemaakt en zij was er erg verdrietig over. Ik had ook een vaste vriend, later mijn ex. Ieder jaar aan het eind van het schooljaar hadden wij een groot bal in het lang in de Burcht in Leiden met een grote band. Wij verheugden ons er erg op, behalve Riet, die niemand had om mee te gaan. Ik vroeg aan mijn vriend of hij niet een vriend had, die met haar zou kunnen gaan en aangezien hij ook niet liever alleen ging, vroeg hij het aan al zijn vrienden, die ik zeker nog niet kende, want wij hadden net verkering. Een van zijn vrienden wilde eerst kennis maken met Riet, dus zouden wij met zijn vieren naar de film in Leiden gaan. Wij stonden bij de bioscoop op beide heren te wachten, daar zag ik mijn vriend aan komen en naast hem liep iemand, die mij wel heel bekend voorkwam en dat vond hij ook. Ben jij soms Henk uit Malang, vroeg ik, ja zei hij, ben jij dan soms Dinkie, dat kleine meisje met die vlechten. En daar in Leiden stond mijn oude kampvriend, die uiteindelijk getrouwd is met mijn vriendin Riet en met wie wij nog jaren zijn omgegaan. Wij hebben samen heel veel opgetrokken, met onze kinderen, onze feesten en onze zorgen, jaren lang. Het gaf mij altijd een heel vertrouwd gevoel, totdat wij twintig jaar later alle vier gingen scheiden. Toen liepen onze wegen helaas wat uit elkaar en zag ik ze beiden niet zoveel meer. Vlak voor hij is overleden is hij nog een middag en een avond bij ons hier in Zeeland geweest en kon ik nog even lief afscheid van hem nemen, want hij was al erg ziek. Mijn vriendin is kort na hem ook overleden. Beiden waren fijne mensen, heel fijne mensen, waar ik hele mooie herinneringen aan heb. Dinkie
herhaling, Mr Lee
Mr. Lee
Wij woonden weer hoog in de bergen. Dit keer in het huis van de oma van onze overburen in Soerabaja. Deze lieve oma, die dolblij was dat wij bij haar zaten, samen met haar kleinkinderen Wil, 10 jaar en Eep, 13 jaar, had een hele erge vorm van suiker en had een verpleegster, een lieve Indische vrouw. Ook mijn grootmoeder was er bij. Het werd in Soerabaja na de verloren strijd in de pacific heel onrustig. Veel bendes trokken plunderend en moordend door het land. Ze hadden het vooral gemunt op de chinezen en blanken. Het wachten was op de Jappen. Naast dit huis, waar wij nu dus zaten, woonde een schatrijke chinees, Mr. Lee, oud, rijk, gepensioneerd en een heel vreemde man. Mr. Lee's voortuin was heel breed en heel verwilderd, alleen gras. Zijn ingang lag vlak naast onze tuin, een groot ijzeren hek met er omheen een hoge pergola. Van dat hek tot het volgende hek naast zijn huis, dat heel diep in de tuin lag, was een pad. In dit stuk tuin liepen acht ganzen, die daar leefden. Als je dit hek open deed vlogen alle acht ganzen je aan en dat deed geweldig zeer, dus je moest er rennen voor je leven naar het volgende hek, wat dan ook steeds gebeurde met het vele personeel van Mr. Lee en wat voor ons zeer vermakelijk was. Zijn huis was een laag, breed wit huis en aan de achterkant was de ingang, die wij dus nog nooit gezien hadden.Toen begon het Rampokken, (zo heette dat) ook bij ons in de bergen. Verschillende winkels van chinezen werden in de fik gestoken en enkele mensen werden zelfs dood aangetroffen. En de angst sloeg ons allen om het hart. Wij waren weerloos vier volwassen vrouwen en vier kinderen met nog twee man personeel, ook niet jong meer. Wij mochten ineens niet meer naar buiten. Ik weet nog dat mijn moeder ons uren zat voor te lezen. Wij kregen huiswerk en moesten tekeningen maken. Niet naar buiten in de tropen is een zware straf. s'Nachts hoorde je schieten en het kwam steeds dichter bij, doodeng.
"Elsie": zei mijn moeder, "dit gaat niet goed". Het werd steeds angstiger en ineens op een ochtend bleef ook het personeel weg. Doodsbang waren wij Meestal als het personeel weg bleef wisten zij iets wat wij niet wisten en dus bleven ze weg. Ineens de telefoon, wij schrokken ons dood, (mijn moeder had al overal gebeld om hulp maar ving overal bod). Mr lee in zeer gebrekkig Nederlands vroeg hij hoe het met ons ging. Mijn moeder vertelde dat het personeel weg was gebleven en dat wij erg bang waren. Hij vroeg of wij een geweer hadden of andere wapens, die hadden wij niet. Hij vroeg toen aan mijn moeder of hij ons mocht helpen. "Graag" zei mijn moeder, niet begrijpend, hoe zo'n oude man en chinees, ons kon helpen.Wij moesten van mijnheer Lee een opening maken naar zijn tuin in de grote heg. Met enorm veel pijn en moeite hebben wij met zijn allen een opening kunnen maken. Terwijl wij daar mee bezig waren vlogen de ganzen ons steeds aan, om helemaal gek van te worden, zo fel en vals als die zijn. Toen de opening groot genoeg was hebben wij er gauw een plaat voor gezet. Hij belde weer, mijnheer Lee en vroeg of het het zover was. " ja" zei mijn moeder, maar er zit een losse plaat voor om de ganzen tegen te houden. "oke" zei Mr. Lee en hing op.Wij begrepen nog steeds niet hoe hij ons kon helpen. Die nacht sliepen wij met zijn allen in de woonkamer op de grond, eigenlijk sliepen wij geen van allen. Alles zat potdicht, heel benauwd in de bergen, doodstil was het. s'Nachts begon het schieten weer en kwam steeds dichter bij en op een gegeven moment hoorden wij grint knarsen en voetstappen, Wil's oma begon te janken, "wij gaan in de fik". "Stil" zei mijn moeder. Verstijfd wachtten wij, meer voetstappen, geritsel, toen een knal, daar heb je het, wij gaan in de fik.Vreselijk veel voetstappen, mijn moeder hield mijn grootmoeder vast. Toen nog een paar vreselijke knallen. Helemaal in elkaar gedoken wachtten. Toen een vreselijk lawaai, rennende stappen en hollende mensen, ineens alles doodstil. Wij wachten. Een uur later ging de telefoon, wij schrokken ons kapot, Mr. Lee. " Ga maar weer lekker slapen, u zult geen last meer hebben, mijn priveleger heeft ze van uw erf gejaagd, selamat tidoer, zij houden de wacht over deze twee huizen.Wij konden onze oren niet geloven, maar het bleef inderdaad doodstil. Wij sliepen tot laat in de ochtend. Daar stonden ook ineens onze hulpen weer. Alles was weer rustig en normaal. Alleen s'nachts waakte het prive leger van Mr. Lee over ons en dat gaf een heerlijk gevoel, totdat de orde in het dorp en er buiten weer hersteld was. Wij waren heel erg blij dat zo'n klein rijk, oud chinees mannetje zo lief was ons te redden. Wij wilden hem zo graag persoonlijk bedanken, dat wij dwars door de happende, bijtende ganzen zijn gerend naar het volgende hek, om hem daar met cadeau's en bloemen te bedanken .Wij moesten helaas weer terug !!!! Dinkie .
"Elsie": zei mijn moeder, "dit gaat niet goed". Het werd steeds angstiger en ineens op een ochtend bleef ook het personeel weg. Doodsbang waren wij Meestal als het personeel weg bleef wisten zij iets wat wij niet wisten en dus bleven ze weg. Ineens de telefoon, wij schrokken ons dood, (mijn moeder had al overal gebeld om hulp maar ving overal bod). Mr lee in zeer gebrekkig Nederlands vroeg hij hoe het met ons ging. Mijn moeder vertelde dat het personeel weg was gebleven en dat wij erg bang waren. Hij vroeg of wij een geweer hadden of andere wapens, die hadden wij niet. Hij vroeg toen aan mijn moeder of hij ons mocht helpen. "Graag" zei mijn moeder, niet begrijpend, hoe zo'n oude man en chinees, ons kon helpen.Wij moesten van mijnheer Lee een opening maken naar zijn tuin in de grote heg. Met enorm veel pijn en moeite hebben wij met zijn allen een opening kunnen maken. Terwijl wij daar mee bezig waren vlogen de ganzen ons steeds aan, om helemaal gek van te worden, zo fel en vals als die zijn. Toen de opening groot genoeg was hebben wij er gauw een plaat voor gezet. Hij belde weer, mijnheer Lee en vroeg of het het zover was. " ja" zei mijn moeder, maar er zit een losse plaat voor om de ganzen tegen te houden. "oke" zei Mr. Lee en hing op.Wij begrepen nog steeds niet hoe hij ons kon helpen. Die nacht sliepen wij met zijn allen in de woonkamer op de grond, eigenlijk sliepen wij geen van allen. Alles zat potdicht, heel benauwd in de bergen, doodstil was het. s'Nachts begon het schieten weer en kwam steeds dichter bij en op een gegeven moment hoorden wij grint knarsen en voetstappen, Wil's oma begon te janken, "wij gaan in de fik". "Stil" zei mijn moeder. Verstijfd wachtten wij, meer voetstappen, geritsel, toen een knal, daar heb je het, wij gaan in de fik.Vreselijk veel voetstappen, mijn moeder hield mijn grootmoeder vast. Toen nog een paar vreselijke knallen. Helemaal in elkaar gedoken wachtten. Toen een vreselijk lawaai, rennende stappen en hollende mensen, ineens alles doodstil. Wij wachten. Een uur later ging de telefoon, wij schrokken ons kapot, Mr. Lee. " Ga maar weer lekker slapen, u zult geen last meer hebben, mijn priveleger heeft ze van uw erf gejaagd, selamat tidoer, zij houden de wacht over deze twee huizen.Wij konden onze oren niet geloven, maar het bleef inderdaad doodstil. Wij sliepen tot laat in de ochtend. Daar stonden ook ineens onze hulpen weer. Alles was weer rustig en normaal. Alleen s'nachts waakte het prive leger van Mr. Lee over ons en dat gaf een heerlijk gevoel, totdat de orde in het dorp en er buiten weer hersteld was. Wij waren heel erg blij dat zo'n klein rijk, oud chinees mannetje zo lief was ons te redden. Wij wilden hem zo graag persoonlijk bedanken, dat wij dwars door de happende, bijtende ganzen zijn gerend naar het volgende hek, om hem daar met cadeau's en bloemen te bedanken .Wij moesten helaas weer terug !!!! Dinkie .
herhaling ,Hoe ik leerde kaart te leggen
Wandelend door de gangen in kamp Solo, overal vrouwen en kinderen, alles was stampend vol. Het nieuwe kamp was nog niet klaar. Honderden vrouwen en kinderen zaten daar op te wachten toen ineens het bericht kwam, dat alle jongens vanaf 10 jaar over twee dagen weggehaald zouden worden. Niemand wist waar naar toe. Wat zich toen afspeelde, zal ik nooit meer vergeten. Overal huilende vrouwen en angstige jongens, wat is nu tien jaar, als je al bang bent, je vader al kwijt bent, je weet ook niet waar je naar toegaat, niemand wist dat. Die twee dagen waren voor iedereen een hel. Toen kwam de gevreesde ochtend, de grote trucks. Daar stonden ze met zijn allen, tien jaar en ouder, bibberend, sommige jongens begonnen hard te huilen, anderen liepen steeds naar hun moeder en weer terug. Moeders stonden er wanhopig bij, enkelen begonnen te gillen en werden snel door andere vrouwen weggesleept. Dan ineens rijden de trucks met je enige zoon, broer of oudste zoon weg. Een uur later was alles voorbij en viel er een doodse stilte over het kamp. Je hoorde alleen nog het gehuil, soms geschreeuw van enkele vrouwen. Het heeft weken geduurd. Toen ging ook het nieuwe kamp open en kregen wij een beetje rust en overzicht. Maar al die moeders wilden weten hoe het met hun zoon ging, dus werd er al gauw naar waarzegsters gezocht, die waren er, twee. Voor een beetje suiker of wat anders legden zij de kaart en vertelden je over je zoon, je man enz. Naar mate de tijd verstreek en bepaalde dingen uit kwamen werd zo'n vrouw geloofwaardiger. Ze hadden dagwerk. Daar ik mij vaak verveelde, zat ik altijd bij deze waarzegsters en volgde alles. Ik onthield ook alles van iedere legging en zo heel langzamerhand kon ik zelf al zien wat er met deze of gene gebeuren zou, ook wat de waarzegster verzweeg, bv als het heel erg was. Dat vond ik heel netjes van haar. Als je daar dagen en weken bij zit dan wordt het steeds duidelijker, plus dat je meteen kon nagaan of het klopte, iedereen woonde bij je in de buurt en alles ging als een lopend vuurtje, vooral als een voorspelling uit kwam. Veel later, in Holland als meisje van 15, 16 jaar en ouder was je veel verliefd of wilde je graag weten of het wel allemaal goed ging, dus begon ik eerst voor mijzelf en later voor al mijn vriendinnen de kaart te leggen. Al gauw was mijn reputatie als waarzegster bekend. Mijn hele leven heb ik kosteloos vooral voor vrienden en hele goede kennissen de kaart gelegd. Nog steeds, als een van mijn vriendinnen ziek is of iets naars heeft, leg ik de kaart nog een enkele keer, al was het alleen om zelf te weten hoe het afloopt. Er is een tijd geweest, dat het te gek werd. Toen ben ik er mee gekapt, dus nu nog alleen voor echte vriendinnen of vrienden. Vaak heeft men mij gevraagd, waarom vraag je er geen geld voor. Mijn antwoord is: als ik het echt zo goed doe, is dat een geschenk en wil ik daar geen geld voor hebben. Dinkie
herhaling Voor het eerst leven in een Barak
Voor het eerst leven in een Barak
Het prachtige Indonesie, 1941, ons prachtige huis met 2 baboe's, een djongos, (huisknecht), tuinman. Een prachtig paviljoen voor gasten. Altijd waren er gasten en iedere Zaterdag gingen mijn ouders prachtig aangekleed naar de Simpangclub. Dan sliep de baboe op een matje naast mijn bed. Veel tochten naar de bergen, waar wij regelmatig een huis huurden met zwembad. Daar genoten wij van de prachtige natuur, paardrijden, zwemmen en heerlijk eten. Mijn grootmoeder ging dan ook vaak mee en de rest van de familie kwam ook, dat waren geweldige extravagante tijden. Ineens oorlog, alles afgelopen, angst, met bagage op de rug en klein koffertje door Java trekkend, in afgesloten goederenwagons rijdend door de hitte met veel vrouwen en kinderen, kilometers lopen zonder water of eten. Tot wij weer eens bij een klooster kwamen, waar wij liefdevol onthaald werden op eten en drinken en met zijn allen op matrassen op de grond sliepen in gangen en kamers. Niet wetend waar de reis naar toe ging en of er nog een eind aan kwam. Zo kwamen wij toen dood versleten in Solo aan in een heel groot leeg gekkengesticht. In die tijd waren die heel anders dan nu, het waren heloorden, vol met grote hekken en veel grote badkamers, donkere gangen, koud en eng. Daar werden wij verwezen naar een kapel met matrassen op de grond voor ons. De shock over dit alles was enorm. Vol verbazing en doodmoe keken we om ons heen naar al die vrouwen en kinderen, naar al dat laawaai en gekreun, gehuil en gepraat. Dan uren in de rij voor eten, wassen en toiletten. Geen eigen kamer, geen eigen huis, volkomen verbijsterd, een halfzieke moeder en een grootmoeder, die ook ten einde raad was. Mijn broer en ik werden met zware diarree naar het ziekenhuisgedeelte van het gesticht gebracht. Maar na drie dagen vond ik dat mijn broer, ziek van heimwee naar mijn moeder, slechter in plaats van beter werd. De koorts steeg per dag. Ik sleurde hem s'nachts uit bed. Met mijn hand op zijn mond slopen wij met onze hoofdkussens terug naar de kapel. Daar werd hij beter. Het bericht kwam, dat het nieuwe gedeelte van dit grote kamp geopend werd en dat wij naar de nieuwe barakken zouden gaan. Wat was dat, een barak.? Op een dag werd er een stuk muur afgebroken en zagen wij een groot kamp met grote loodsen(de barakken), heel veel loodsen met flinke ruimten ertussen. Iedere barak bestond uit twee rijen bedden in het midden de rij met bagage. Verder een douche en twee wc's. In een barak lagen zo plus minus 80 vrouwen en kinderen. Daar zat je dan op je brits en keek je om je heen dit was nu je thuis, deze 45 centimeter en overal vrouwen en kinderen. Uren heb ik rond zitten kijken, vol verbazing. De eerste dagen was ik zo verbouwereerd, dat ik van alle opwinding niet kon slapen. Je zag alles van anderen, niets bleef geheim. Moeders die sloegen, kinderen die vervelend en verwend waren. Van alles was er te zien en te beleven, overal voor in de rij staan, op tijd naar de wc, want er was altijd een rij. Maar ergens ook heel spannend al die dingen, die om je heen gebeurden. Buiten spelen was ook beperkt, overal liepen vrouwen met wasgoed en afwasspullen, kleren om te drogen hingen overal, enz.. 'sNachts hoesten, kreunen, mensen die praten, weer andere die boos werden, zo zelfs, dat er s'nachts bijbels over en weer gesmeten werden, weer anderen probeerden te sussen en regels op te stellen. Het heeft weken geduurd voor dat het langzaam wat kalmer en rustiger werd. Ook doordat iedereen versufd raakte door gebrek aan voedsel en slaap. Vrouwen en kinderen werden ziek en langzaam drong de ellende tot iedereen door: "je kon hier doodgaan". We hadden maar een vrouwelijke arts, dr. Engels. Medicijnen waren er ook haast niet. Langzaam aan werd het stiller en rustiger. Zo werd het na enkele maanden zelfs gezellig.Vrouwen gingen kookboeken maken, weer anderen leerden kinderen borduren. In dat kamp heb ik wat afgeborduurd, zakdoekjes maken, kleertjes voor de enige pop die ik had. Iedereen werd vindingrijk en zo werd het leven een stuk prettiger. Maar de eerste weken van dat bizarre barakleven zal ik nooit meer vergeten. Dinkie
herhaling het tweede wonder
nog steed gebeuren er wonderen
Het tweede wonder
Samen zijn wij opnieuw gestart in 1977, beiden gescheiden, failliet en toch met veel plezier huisje in zeeland . Moest opgeknapt worden. Volgens familie een onbewoonbare woning, maar ja, met onze resterende centjes kon dat niet anders. Gelukkig hadden wij wel een grote schuur en een flink lapje grond, daar is wat op gewerkt. Eigen groente, eigen mesthanen, fruitbomen, veel bessenstruiken zoals klapbessen, rode bessen enz . Maar na Tjernobyll kwam daar de klad in. Na 4 jaar buitenlandse projecten, hadden wij weer een spaarpotje waarmee flink verbouwd en uitgebreid is. Toen kwam de baan in Zeeland, zeker geen vetpot en een eigen autootje. Het hele huis werd verwarmd door gevelkachels en twee prachtige allesbranders, maar die gebruikten erg veel hout, heel erg veel. Onze alleraardigste lieve buurman heeft er steeds voor gezorgd, dat er ergens wel weer een boom of takken of hout voor ons klaar lagen. Met eigen aanhanger erheen en Willem weer zagen, takken op de aanhanger, thuis eraf en dan nog klein maken en klieven en dan in het houthok en dat jaar in jaar uit. Voor twee grote houtkachels een enorm gesjouw. Op den duur toen hij wat ouder werd, vond ik het heel erg dat zware gesjouw. Centrale verwarming, dat was de oplossing, maar dat kostte voor ons huisje 12000 gulden en dat was dan nog zwart. Ieder mens heeft zo zijn eigen idee over het hiernamaals en hoe wij hier zijn ontstaan, ik dus ook. Alleen wijken die enigzins af van de meeste en vroeg ik mijn hulplijnen dagelijks: help ons. Dit deed ik iedere dag op een rustig moment b.v als ik in de auto door het prachtige landschap reed. Ik smeekte ze als het ware: het is niet voor feesten, niet voor vakantie, niet voor plezier, maar voor onze heerlijke warmte in de winter. Iedere dag ging ik in gedachten in discussie en legde het hoe en waarom uit tot op een gegeven dag na zo'n 2 maanden ik s'avonds de post open maakte, ook bankafschriften en wat stond daar tot mijn verbijstering? Het volledige bedrag van 20000 gulden staatsloterij, 1/5e lot. Met mijn vinger en vreemde klanken uitstotend sloeg ik steeds op het bankpapiertje. Willem stond te kijken begreep er niets van en dacht we zullen wel weer rood staan, vandaar die vreemde geluiden. Ik bleef maar wijzen, ja wat dan, zo erg kan het toch niet zijn en hij keek en keek en keek nog eens en samen hebben wij toen een rondedansje gemaakt en zijn uit eten gegaan helemaal stuk van blijdschap. De centrale verwarming kwam er en hout was nu een kwestie van keuzes. En naar mijn helpers heb ik wel duizend bedankjes gestuurd. Is dat niet een echt wonder? Dinkiedinsdag 22 september 2009
woensdag 16 september 2009
onze huisjes in Jubail
Op de onderste foto is te zien hoe dicht bij mijn buren woonden Kukkie Haliby een Amerikaanse getrouwd met een Palestijn en acter mij Laila Zabanie een palestijnse familie met baby, May. Hier moest je je maar zien te amuseren. De mannen werkten 12 uur per dag met alleen de vrijdag vrij. Heel veel gezinnen hielden het niet vol en moesten weer terug.
een kaart van een vriendin van mijn dochter.
Deze kaart stuurde de vriendin van mijn dochter naar mij , na haar verblijf een hele dag bij ons, wat een ontzettend gezellige dag werd en waarin ik voor de twee vriendinnen ook de kaart heb gelegd. Veel bij gepraat veel herinneringen opgehaald heel bijzondere dag. Was heel blij met deze hele lieve kaart Dinkie. Op de kaart staat :" The road to a friend's house is never long."
zondag 13 september 2009
Jubail Saoedie-arabie ons kamp V.H.C.
Mijn oudste drie
Het tweede bijzondere verhaal .
Jubail, een kamp in de woestijn in Saoedie-Arabie. Een hele grote kattenbak van zand met daarin een paar honderd prefab huisjes in de middel off nowhere, vlak bij de kust van de Perzische golf. Drie bedrijven waren er vertegenwoordigd, Volker(Holland), Hochtief (Duitsland) en CCC(Libenees bedrijf) ,V.H.C. Wij zaten er voor Volker. In dat kamp had ik al gauw een Hollandse vriendin, Map, ze stak met kop en schouder boven de rest uit, Hollands nuchter, hart op de tong, goudeerlijk en onder het rauwe erg lief. Wij zagen elkaar regelmatig bij het zwembad of bij haar huisje. Zij had drie kinderen, die samen met mijn jongste zoon naar de Nederlandse school gingen. De rest van mijn dagen bracht ik door met de Libanese , Egyptische en Palestijnse vrouwen , bij wie ik mij buitengewoon thuis voelde en trok ik heel veel op met kleine May, een drie maanden oude baby van mijn Palestijnse achterbuurvrouw Leila. Later, in Holland, werd mijn vriendschap met Map voortgezet, met vooral vele telefoontjes en eenmaal per twee maanden uit eten met zijn vieren, stik gezellig. Haar man, een groot liefhebber van grote Amerikaanse klasse auto's reed ons dan rond of in Vlaardingen of in Zeeland, zeer luxe en gezellig. Peter, haar man, werkt op een olieplatform in de Kaspische zee, een maand op en een maand thuis. Als hij weg was belden wij gezellig veel over wederzijdse kinderen, dieren, huizen en boeken. Toen ineens besloot zij haar tanden te laten trekken en een prachtig nieuw gebit te nemen boven en beneden, ze zou alles in een keer laten trekken, typisch Map. Ook wilde ze haar oogleden laten optrekken . Ik vond het wel erg heftig. Maar resoluut als ze was gebeurde het, tanden eerst, zes weken en langer pijn, ontstekingen, penicilline, pap eten, zacht voedsel en nog steeds veel pijn. Tot overmaat van ramp had de plastisch chirurg een kankerplekje bij haar oog ontdekt, niet kwaadaardig, maar het moest eerst weg alvorens zij geopereerd kon worden. Ook had zij zich nog vreselijk kwaad gemaakt over een buurman van haar dochter, woest was ze op hem. Ineens belde ze en zei :" Dinkie, ik ga heel gauw dood, ik zie mijn kinderen en kleinkinderen niet opgroeien." Ik schrok: " Map, hoe kom je daar nu bij, alleen door dat huid plekje, dat is niets, dat is zo weg, voor je tanden krijg je penicilline, dus er is niets aan de hand." Ze bleef over dood gaan praten en over afscheid nemen, ik schrok heel erg, dit was Map niet. Zij vertelde ook dat haar kleindochter de naam van een poes van hun had genoemd, die
achttien jaar was geworden en sinds enkele jaren dood was ." Hoe kan dat nu Dinkie, jij gelooft toch in reincarnatie, vertel er eens wat over." Dat ik ervan overtuigd was, dat kwam door een gebeurtenis uit mijn jeugd. Ik ben toen twee uur uit mijn lichaam geweest, heb mijn ouders gevolgd, die naar de bioscoop gingen. Helaas. de film
was uitverkocht. Toen gingen zij naar een heel gezellig restaurant, koffie met gebak en rond half negen naar een andere bioscoop waar ze wel kaartjes konden krijgen en daar naar binnen gingen, waarna ik terugging en mij zelf zag liggen in bed en op het moment, dat ik me dat bewust werd was ik weg. De volgende ochtend ging ik naar mijn ouders en vertelde alles over wat zij gedaan hadden tot zelfs wat de ober deed hoe de tafelkleedjes er uit hadden gezien, dat er live muziek was, alles in geur en kleur. Mijn vader vertelde dat ik een out of body expirience had gehad en dat ik dat nooit meer mocht doen, want dat dat heel gevaarlijk was . De oppas van die avond had ons allebei ( mijn broer en mij )nog lief zien liggen, heerlijk slapend. Map bleef er maar over vragen, alles moest ze erover weten. Ik heb haar toen gezegd een boekje te kopen om mee te beginnen ,"Vroeger toen ik groot was ." Het gaat over kinderen en reïncarnatie, ze vond het geweldig en zo hebben wij nog uren over dit onderwerp gepraat:" Als dat echt zo is Dinkie, dan is het dood gaan niet zo erg, want je gaat dus niet dood, je geest leeft voort of je ziel." En zo bleef Map maar praten over het afscheid nemen van alles en iedereen . Op een vrijdagmiddag belde ze weer:" Dinkie, ik ben zo bang, ik moet met je praten, heb je even tijd." Helaas had ik dat niet, want mijn kleindochter was hier en daar moest ik op passen . Toen gebeurde het meest wonderlijke wat ik heb meegemaakt . Ze zei:" Heel jammer, maar denk eraan, ik hou van je, zal je dat nooit vergeten." Ik zei:" Ik hou ook van jou en bel je morgen direct op." "Dat kan niet, want dan ga ik met mijn dochter boodschappen doen." "Oke, dan bel ik je Zondag." "Dat is goed, veel liefs, tot Zondag. " Dit was zo echt niet Map. Peinzend over dit ging de vrijdag voorbij en ook de zaterdag. Toen kwam de zondag en zou ik haar bellen. Wij lagen nog in bed, het was half tien toen de telefoon ging, het was haar zoon:" Ja, ik bel je even om te zeggen, dat mijn moeder is overleden op zaterdagmorgen. "O God." Wat schrokken wij, totaal kapot waren wij , niemand wist waar aan. Haar dochter had haar zo gevonden. Dagen heb ik verdriet gehad en mij zelf verweten, waarom ik haar niet op vrijdagavond had gebeld. Het heeft heel lang geduurd voor ik dit kon bevatten en van nu af aan vertel ik veel vaker aan mensen waar ik van hou, dat ik van ze hou, want dat ene zinnetje van haar heeft mij er door geholpen, dat was een geschenk. Map is tweeenvijftig jaar geworden. Dinkie
achttien jaar was geworden en sinds enkele jaren dood was ." Hoe kan dat nu Dinkie, jij gelooft toch in reincarnatie, vertel er eens wat over." Dat ik ervan overtuigd was, dat kwam door een gebeurtenis uit mijn jeugd. Ik ben toen twee uur uit mijn lichaam geweest, heb mijn ouders gevolgd, die naar de bioscoop gingen. Helaas. de film
was uitverkocht. Toen gingen zij naar een heel gezellig restaurant, koffie met gebak en rond half negen naar een andere bioscoop waar ze wel kaartjes konden krijgen en daar naar binnen gingen, waarna ik terugging en mij zelf zag liggen in bed en op het moment, dat ik me dat bewust werd was ik weg. De volgende ochtend ging ik naar mijn ouders en vertelde alles over wat zij gedaan hadden tot zelfs wat de ober deed hoe de tafelkleedjes er uit hadden gezien, dat er live muziek was, alles in geur en kleur. Mijn vader vertelde dat ik een out of body expirience had gehad en dat ik dat nooit meer mocht doen, want dat dat heel gevaarlijk was . De oppas van die avond had ons allebei ( mijn broer en mij )nog lief zien liggen, heerlijk slapend. Map bleef er maar over vragen, alles moest ze erover weten. Ik heb haar toen gezegd een boekje te kopen om mee te beginnen ,"Vroeger toen ik groot was ." Het gaat over kinderen en reïncarnatie, ze vond het geweldig en zo hebben wij nog uren over dit onderwerp gepraat:" Als dat echt zo is Dinkie, dan is het dood gaan niet zo erg, want je gaat dus niet dood, je geest leeft voort of je ziel." En zo bleef Map maar praten over het afscheid nemen van alles en iedereen . Op een vrijdagmiddag belde ze weer:" Dinkie, ik ben zo bang, ik moet met je praten, heb je even tijd." Helaas had ik dat niet, want mijn kleindochter was hier en daar moest ik op passen . Toen gebeurde het meest wonderlijke wat ik heb meegemaakt . Ze zei:" Heel jammer, maar denk eraan, ik hou van je, zal je dat nooit vergeten." Ik zei:" Ik hou ook van jou en bel je morgen direct op." "Dat kan niet, want dan ga ik met mijn dochter boodschappen doen." "Oke, dan bel ik je Zondag." "Dat is goed, veel liefs, tot Zondag. " Dit was zo echt niet Map. Peinzend over dit ging de vrijdag voorbij en ook de zaterdag. Toen kwam de zondag en zou ik haar bellen. Wij lagen nog in bed, het was half tien toen de telefoon ging, het was haar zoon:" Ja, ik bel je even om te zeggen, dat mijn moeder is overleden op zaterdagmorgen. "O God." Wat schrokken wij, totaal kapot waren wij , niemand wist waar aan. Haar dochter had haar zo gevonden. Dagen heb ik verdriet gehad en mij zelf verweten, waarom ik haar niet op vrijdagavond had gebeld. Het heeft heel lang geduurd voor ik dit kon bevatten en van nu af aan vertel ik veel vaker aan mensen waar ik van hou, dat ik van ze hou, want dat ene zinnetje van haar heeft mij er door geholpen, dat was een geschenk. Map is tweeenvijftig jaar geworden. Dinkie
Twee verhalen ter nagedachtenis van twee heel bijzondere vriendinnen
Hennie werd gelukkig mijn vriendin ook al woonde zij een dorp verder. Maar op gure winterdagen kwamen wij graag koffie drinken bij elkaar en aangezien wij beiden dol op tuinieren waren, kwamen er veel bezoeken aan rozenkwekers en tuincentra. Samen zaten wij ook op een knutsel cursus, zij langer dan ik en lazen ook dezelfde boeken, waar we dan ook uitgebreid over praatten. Iedere keer als wij gezellig koffie dronken of thee buiten in haar prieel, vertelde zij over haar vele reizen naar Brazilië, Zuid-Afrika, Tunesië, Noorwegen enz. Op een dag zei zij :"Mijn man wil dolgraag met mij naar Thailand." :"O, enig Hennie." "ja, maar Dinkie, ik wil niet, dit is niet de eerste keer, dat ik het niet wil en iedere keer begint hij er weer over." " Ja, maar Hennie, waarom wil je dan niet." "Dinkie, ik weet het niet, ik ben doodsbang om naar dat land te gaan." Uren hebben wij er samen over gepraat, maar ze kreeg nachtmerries van dat land, was er doodsbang voor en wist niet waarom. In het begin vond ik het heel vreemd, maar op een gegeven moment gaf iedereen het op en werd er niet meer over gesproken. Vijf jaar later kwam ik haar weer eens tegen bij haar dochter op 23 december. :" Dinkie, Dinkie, je raadt nooit waar ik vier Januari naar toe ga." Ik raadde het inderdaad niet.:" Thailand,"riep ze.:" Hoe vind je dat dan, wij hebben een echtpaar ontmoet in Spanje en die gaan daar ieder jaar twee maanden overwinteren, die vroegen of wij ook meegingen. Nu met hun durf ik het wel het is toch eigenlijk ook nonsens van mij, het is er heerlijk en wij gaan dan maar voor een maand, natuurlijk ben ik nog steeds heel bang, maar, ga het toch proberen, hoe vind je dat!" Ik zei.:"Hennie, weet je het zeker, je bent er al zolang panisch angstig over, is dat echt wat je zelf wilt." "Dinkie het moet nu maar eens en met zijn vieren durf ik het beter." "Oke lieve Hennie, goede reis en wees voorzichtig en heel veel plezier!" Hennie ging en op zeven Januari werd ik door haar dochter gebeld, dat Hennie was overleden na een ziek zijn van een dag. Niemand weet waar aan, maar haar man was zo kapot en wilde daar in Thailand geen autopsie laten uitvoeren, hij wilde zo snel mogelijk met haar naar huis. En zo kwam lieve Hennie thuis in een loden kist en hebben wij hier in ons dorpshuis afscheid van haar kunnen nemen. Hennie was pas tweeënvijftig jaar veel te jong. Dinkie.
dinsdag 18 augustus 2009
Dit zou iedereen moeten zien .
Dit zou iedereen moeten zien. Wij moeten weten hoe het echt is en hoe wij bewerkt worden door gewetenloze mensen, die alleen uit zijn op eigen gewin. Ieder mens is verantwoordelijk voor het verkrijgen van informatie en heel goed uitzoeken van wat er echt overal aan de hand is en daar je eigen gevoel en intuïtie op loslaten. Zelf heb ik zoveel geleerd door de pc en de vele films van Michael Moore zoals Sicko en nog vele anderen. Hij gaat alles onderzoeken en vind vele beerputten. Een gewaarschuwd mens telt voor twee is het spreekwoord. Ik heb ontdekt dat spreekwoorden heel vaak goed zijn, zoals een trein kan niet rijden zonder dwarsliggers, wat je zegt ben je zelf, vele handen maken licht werk, zoals de waard is vertrouwd hij zijn gasten en het zijn niet de slechtste vruchten waar de wespen aan knagen. Ik hoop, al was het er maar een, dat iemand die dit leest beseft wat wij voor het behoud van onze kinderen kleinkinderen moeten doen, opletten, onze persoonlijke vrijheid vast houden. Na alle vakantiedrukten en logees komen er weer wat verhalen. Dinkie
donderdag 14 mei 2009
Het geschonde vertrouwen
Het Geschonden Vertrouwen
Langzaam drong het verkeer uit de stad Soerabaja tot haar door. Daar zat ze dan als zesjarige, samen met haar moeder in de dokkar. Ze keek naar haar mooie jurk, die ze zelf had mogen uitzoeken. Zacht galoppeerde het paard met rinkelende belletjes, de koetsier met zijn zweepje gaf lichte klapjes. Haar moeder zag er prachtig uit. Zeer tevreden keek ze rond, naar al die drukte, zonder haar broertje mocht ze zomaar alleen mee, zij en haar moeder: "We gaan nog even langs bij je oom dr Hammacher in het ziekenhuis meisje", zei mijn moeder. Ik knikte. Haar oom was haar zeer vertrouwd, een volle neef van haar vader. Ze had zelfs drie maanden bij hem gewoond, toen ze twee jaar was, vaag wist zij zich daar nog iets van te herinneren, veel vrijheid en veel aandacht. Vrolijk huppelend wandelde ik met mijn moeder het ziekenhuis in. Een non begroette mijn moeder en mij: "De dokter is in de operatiekamer, u weet het wel om de hoek, derde deur". En daar zat hij op een stoel naast de operatietafel. Gauw liep ik op hem af en kuste hem op zijn wang: "Hallo mijn kleine meid weet, je wat dat is, dit is een operatietafel". "O" zei ik,die is groot. Vol vertrouwen keek ik van hem naar de tafel. "Wil jij er eens op zitten". Ik knikte. Hij tilde mij erop. "Ga maar eens liggen".Ja, waarom niet, dacht ik."Kijk", zei hij en dan doen ze zo'n kapje op je gezicht". En zo gebeurde dat. In eens kreeg ik het benauwd, werd doodsbang, vocht en spartelde als een gek, toen ineens viel ik in een diepte en was weg. Toen mijn ogen weer open gingen, had ik het gevoel van allemaal messen in mijn keel en begon te huilen. Nonnen schoten toe met ijswater. Ik weigerde en bleef huilen. In deze spierwitte kamer, met aan beide kanten glas, stonden drie bedjes. Mijn bedje stond aan de binnenkant en ik keek uit op de grote brede gang, waar heel veel planten stonden en mensen op ligstoelen lagen. Aan de andere kant van de kamer keek je door de ramen en openslaande deuren uit op een veranda. Wij lagen met onze kamer, aan het eind van de gang en je zag grote brede treden naar beneden gaan, naar een mooie tuin met heel veel prachtige planten en bloemen, op de gang zag ik verschillende mensen liggen met klein tafeltjes bij zich. Van ons drieën was ik de oudste. Ik was woedend en heel verdrietig, at niet, dronk niets, weigerde alles. De nonnen waren radeloos. Mijn ouders verschenen op de veranda, mochten er niet in, infectiegevaar, de tropen. (er was nog geen penicilline uitgevonden). Het enige wat ik ze liet zien was mijn boze rug. Mijn oom en de nonnen werden wanhopig, wat ze ook probeerden, ik wilde absoluut niets, hield vol. In de gang lag steeds een vrij jonge hele lange priester, die doodziek uit de Bush was gekomen, malaria en nu herstellende was. Hij lachte naar mij en zwaaide af en toe. Van de nonnen hoorde hij over mijn gedrag. Hij zei:" Laat mij het maar eens proberen". 's Ochtends, toen ik wakker werd,stond hij vriendelijk lachend bij mijn bed, begon meteen een spannend verhaal te vertellen, tussendoor voorzichtig sap voerend met ijs. Vanaf die dag heeft hij mij de hele week verzorgd, wassen, voeren, troosten en verhalen vertellen. De nonnen vonden het prima en zo werd hij mijn persoonlijke verpleger. Toen ik na vier dagen mocht rondlopen, zat ik steeds bij hem. Ik weigerde stelselmatig mijn ouders te zien of te begroeten, het enige wat zij te zien kregen bleef mijn rug. Na zeven dagen mocht ik naar huis, tafels, stoelen en deurposten hield ik vast, weigerde bij hem weg te gaan. Na heel veel praten van zijn kant, over zijn werk in de Bush en alle gevaren en alle zieke mensen daar, begreep ik dat dit weer een afscheid moest zijn. Met een snoezig sneeuwwitje- ringetje nam ik uiteindelijk badend in tranen afscheid van mijn lieve vriend en verzorger. Helaas heb ik hem nooit meer gezien, maar vergeten heb ik hem nooit. En toen mijn dochters geopereerd moesten worden aan hun amandelen, heb ik uren met ze gespeeld wat er allemaal zou gebeuren, zodat ze op alles voorbereid waren. Dinkie
Langzaam drong het verkeer uit de stad Soerabaja tot haar door. Daar zat ze dan als zesjarige, samen met haar moeder in de dokkar. Ze keek naar haar mooie jurk, die ze zelf had mogen uitzoeken. Zacht galoppeerde het paard met rinkelende belletjes, de koetsier met zijn zweepje gaf lichte klapjes. Haar moeder zag er prachtig uit. Zeer tevreden keek ze rond, naar al die drukte, zonder haar broertje mocht ze zomaar alleen mee, zij en haar moeder: "We gaan nog even langs bij je oom dr Hammacher in het ziekenhuis meisje", zei mijn moeder. Ik knikte. Haar oom was haar zeer vertrouwd, een volle neef van haar vader. Ze had zelfs drie maanden bij hem gewoond, toen ze twee jaar was, vaag wist zij zich daar nog iets van te herinneren, veel vrijheid en veel aandacht. Vrolijk huppelend wandelde ik met mijn moeder het ziekenhuis in. Een non begroette mijn moeder en mij: "De dokter is in de operatiekamer, u weet het wel om de hoek, derde deur". En daar zat hij op een stoel naast de operatietafel. Gauw liep ik op hem af en kuste hem op zijn wang: "Hallo mijn kleine meid weet, je wat dat is, dit is een operatietafel". "O" zei ik,die is groot. Vol vertrouwen keek ik van hem naar de tafel. "Wil jij er eens op zitten". Ik knikte. Hij tilde mij erop. "Ga maar eens liggen".Ja, waarom niet, dacht ik."Kijk", zei hij en dan doen ze zo'n kapje op je gezicht". En zo gebeurde dat. In eens kreeg ik het benauwd, werd doodsbang, vocht en spartelde als een gek, toen ineens viel ik in een diepte en was weg. Toen mijn ogen weer open gingen, had ik het gevoel van allemaal messen in mijn keel en begon te huilen. Nonnen schoten toe met ijswater. Ik weigerde en bleef huilen. In deze spierwitte kamer, met aan beide kanten glas, stonden drie bedjes. Mijn bedje stond aan de binnenkant en ik keek uit op de grote brede gang, waar heel veel planten stonden en mensen op ligstoelen lagen. Aan de andere kant van de kamer keek je door de ramen en openslaande deuren uit op een veranda. Wij lagen met onze kamer, aan het eind van de gang en je zag grote brede treden naar beneden gaan, naar een mooie tuin met heel veel prachtige planten en bloemen, op de gang zag ik verschillende mensen liggen met klein tafeltjes bij zich. Van ons drieën was ik de oudste. Ik was woedend en heel verdrietig, at niet, dronk niets, weigerde alles. De nonnen waren radeloos. Mijn ouders verschenen op de veranda, mochten er niet in, infectiegevaar, de tropen. (er was nog geen penicilline uitgevonden). Het enige wat ik ze liet zien was mijn boze rug. Mijn oom en de nonnen werden wanhopig, wat ze ook probeerden, ik wilde absoluut niets, hield vol. In de gang lag steeds een vrij jonge hele lange priester, die doodziek uit de Bush was gekomen, malaria en nu herstellende was. Hij lachte naar mij en zwaaide af en toe. Van de nonnen hoorde hij over mijn gedrag. Hij zei:" Laat mij het maar eens proberen". 's Ochtends, toen ik wakker werd,stond hij vriendelijk lachend bij mijn bed, begon meteen een spannend verhaal te vertellen, tussendoor voorzichtig sap voerend met ijs. Vanaf die dag heeft hij mij de hele week verzorgd, wassen, voeren, troosten en verhalen vertellen. De nonnen vonden het prima en zo werd hij mijn persoonlijke verpleger. Toen ik na vier dagen mocht rondlopen, zat ik steeds bij hem. Ik weigerde stelselmatig mijn ouders te zien of te begroeten, het enige wat zij te zien kregen bleef mijn rug. Na zeven dagen mocht ik naar huis, tafels, stoelen en deurposten hield ik vast, weigerde bij hem weg te gaan. Na heel veel praten van zijn kant, over zijn werk in de Bush en alle gevaren en alle zieke mensen daar, begreep ik dat dit weer een afscheid moest zijn. Met een snoezig sneeuwwitje- ringetje nam ik uiteindelijk badend in tranen afscheid van mijn lieve vriend en verzorger. Helaas heb ik hem nooit meer gezien, maar vergeten heb ik hem nooit. En toen mijn dochters geopereerd moesten worden aan hun amandelen, heb ik uren met ze gespeeld wat er allemaal zou gebeuren, zodat ze op alles voorbereid waren. Dinkie
dinsdag 12 mei 2009
De vijvers uit mijn leven
Zegevierend had de herfststorm gedurende de nacht de nevelen van de vorige dag voor zich uitgedreven en vriendelijk keek het stralende zonnetje neer op het van bloem en blad beroofde land. Van achter een prachtig nieuw aangebouwde serre aan een zeer oud huisje, zat zij en keek al mijmerend over haar leven naar buiten. Weg waren de jaren, wat was ermee gebeurd, genoeg, maar ergens ook zo weinig. Als een nietig korreltje zand zou ook zij verdwijnen. Hoe klein was toch de wereld van een mens. Een ding kon ze als troost bedenken, twee levens waren door haar bestaan gered. Een ervan zou er zeker niet meer geweest zijn, de ander had dan helemaal niet bestaan, haar jongste zoon Andy. Dit was zachte troost, haar leven had toch een heel goed doel gehad. Een moeder Theresa kon helaas niet in ieder mens zitten. Maar in haar beperkte leven had zij er twee een tweede leven kunnen geven en dat maakte haar op deze zachte herfstochtend heel blij. Moentilan, het Marine Jappenkamp met de sadistische commandant. Op het voorplein stond een grote ronde, hoog opgemetselde vijver met een ornament in het midden, dat voor de oorlog als fontein had dienst gedaan. Nu zat er alleen regenwater in de vijver, voor de kinderen zeer aantrekkelijk. Daar zittend op het muurtje van de vijver keek zij naar alle kinderen, die er omheen speelden. Moeders stonden iets verderop met elkaar te praten, een zeer alle daags kamptafereel. Een klein meisje van twee kwam naast haar, kroop op de rand en met een plons verdween ze kopje onder, twee voetjes staken boven het water, niemand zag het. Zonder na te denken greep ze in een ruk de twee voetjes en trok haar eruit. Alles was zo snel gegaan, dat het gegil van de moeders pas tot haar door drong toen de kleine op haar beentjes gezond en wel naast haar stond. De dankbaarheid van de moeder was zo groot, dat er na drie dagen een prachtig groot gekookt eendenei aan haar gegeven werd. Samen met moeder en broertje smulden ze van dit heerlijke ei, hun eerste ei na jaren. De tweede redding was nog dramatischer. Als vlotte 33 jarige moeder ging ze met haar jongste zoontje van vier op bezoek bij haar moeder, die had een, zoals ze zei, hele mooie vijver laten maken in haar toch al prachtige tuin, dus daar moest naar gekeken worden. Vol enthousiasme werd hij dan ook bewonderd en kleine Andy werd verteld niet bij de vijver te komen. Moeder en dochter gingen de keuken in voor koffie, denkend dat Andy zou volgen. Al pratend keek ik als bij toeval uit het raam en zag twee voeten uit de vijver omhoog steken. Gillend rende ik naar de vijver, trok hem vliegensvlug eruit en al kokhalzend stond ook hij godzijdank even later heelhuids op zijn beentjes. Nog nachten lang heb ik hierover nachtmerries gehad. Enkele minuten later en hij was er niet meer geweest, de nachtmerrie van iedere moeder. Mijn beloning is ook nu weer heel groot, zijn kinderen zijn de vreugde en zonneschijn van mijn oude dag. Dinkie
dinsdag 28 april 2009
Van Dr Shock (mijn zoon )overgenomen is belangrijk nu
Posted: 27 Apr 2009 01:11 AM PDT No I am not a specialist in flu, but for those of you who are worried some links to objective and sound information. Watching Swine Flu on the Internet by David Rothman with maps or Swine Flu Follow Online Swine Flu - Ten Tips for Me and You by Doc Gurley |
vrijdag 24 april 2009
nog wat foto's Cilacap.
Buffy, de handelaren en de zee bij Cilacap
donderdag 23 april 2009
bezoek van oudste dochter
Indonesië, spannend, prachtig Cilacap. Ons heerlijke huis, zonnige overdekte terrassen en met palmbomen begroeide achtertuin en in dit alles onze kleine valse teckel, die als een kwaadaardig klein monster iedereen van het erf wist af te jagen. Wonderlijk genoeg werden onze bedienden, twee baboes, tuinman, chauffeur, nachtwacht nog net door hem geaccepteerd. Maar met ware doodsverachting kwamen de handelaars ons erf op en moesten wij razend snel ons schattige monster wegstoppen, om zo te voorkomen, dat deze jongens werden aangevallen. Ineens bericht, Arlette kwam, het was uit met haar zevenjarige relatie met Fred, die ons zeer dierbaar was geworden. Willem moest voor verschillende zaken naar Djakarta, dus besloten wij met zijn allen te gaan,per auto, zo'n 1200 kilometer door de bergen via Bandoeng met twee chauffeurs en een bed achterin met kussens voor Andy, die net genezen was van geelzucht en er mager,pips en lijdend uitzag. Toevallig was mijn ex-man,wonende in Djakarta, ook in een project, bereid om haar in ieder geval op te halen mocht er wat met ons of de auto gebeuren en haar naar het guesthouse van het hoofdkantoor van HBG in Djakarta te brengen, waar ook wij zouden verblijven. Zo gezegd, zo gedaan, dus vertrokken wij voor een zeven uur lange rit naar Bandoeng. Helaas moest ik nodig, na drie uur, gezocht naar stil bosje, een stap uit de auto en ineens 15 kinderen uit het niets. Toen restaurantje gezocht, gevonden, een gat in de vloer, kakkerlakken rond mij, maar wat moet dat moet. Opgelucht verder, met lunchpakketjes de ergste honger en dorst gestild. Tegen zes uur en invallende nacht, Bandoeng. Op zoek naar een mooi hotel. Er waren er genoeg, bij ieder hotel konden wij direct kamers krijgen, maar de hond mocht niet mee in het hotel, hond niet, wij ook niet. Na acht hotels, doodmoe van honger, dorst en nog meer, kwamen wij op aanraden van een vriendelijke man bij een heel groot hotel met een bungalowpark. Wij blij een bungalow gehuurd, toen zag een personeelslid, die meegelopen was met sleutel, de hond, die inmiddels ook doodmoe en hongerig was en zijn humeur daarover luchtte tegen het personeelslid met als gevolg de sleutel ging terug en wij mochten er niet in met hond. Ik werd zo nijdig, dat ik bij de balie bleef staan. Willem en Andy doken met hond weer de auto in. Iedere gast, die bij de balie kwam, vertelde ik wat er gebeurde, dat door een klein hondje en met een zieke zoon wij nergens terecht konden. Op een gegeven moment werd het personeel zo zenuwachtig, dat zij de baas van het hotel gingen bellen. Laat het nu toevallig een man zijn, wiens dochter met een hollander getrouwd is en in Vlissingen woont. Hij wilde mij spreken en in vloeiend Nederlands vroeg hij wat er nu precies aan de hand was. Na hem uitgebreid uitgelegd te hebben, dat wij werkten voor Pertamina in een HBG project en met een hond doodmoe van Cilacap kwamen en de volgende dag voor zaken en het ophalen van een dochter in Djakarta moesten zijn, zei hij :"Mijn policy is geen honden, maar jullie kunnen bij mij logeren met zijn allen. You are most welcome." Een personeelslid werd gevraagd voor ons uit te rijden en bij een prachtig statig groot huis stopten wij voor een groot bordes, waar een uiterst knappe, charmante gastheer van plus minus 50 jaar ons heel hartelijk verwelkomde, hij was nog jarig ook . In een enorme woonkamer met een gigantische eetkamer ernaast, werden wij uitgenodigd te gaan zitten. Hij had zijn personeel uit bed gehaald om voor ons een warme maaltijd klaar te maken. Na een half uur heerlijk zittend met een verrukkelijk drankje, kwamen de meest heerlijke geuren uit de keuken. Op de salontafel stond een levensgrote taart met kaarsjes. Na de maaltijd kreeg Andy een kamer toegewezen naast het zwembad en wij een naast de grote eetkamer. Willem en Andy bedankten hem voor alles en gingen naar bed. Het kleine monster sliep daar ook. Tot 12 uur al taart etend heb ik met onze gastheer zitten kletsen over van alles. Zijn dochter kwam thuis en even later zijn beeldschone vrouw, die de zorg had over nog zo'n groot hotel en bungalow park in Djakarta. Na wat mooie Javaanse dansen door zijn dochter uitgevoerd, gingen wij allen naar bed. De volgende ochtend bleek de vrouw des huizes al vertrokken, voor dag en dauw en ontbeten wij met de vrolijk kletsende gastheer. Om het personeel in de keuken te bedanken had ik wat geld gepakt en liep vrolijk naar de keuken. Daar zag ik vier grote katten, dacht ik, met hun koppen in de pannen, hevig aan het likken. Door mijn komst schrokken zij zo erg. Ineens zag ik vier spitse koppen uit de pannen komen van levensgrote dikke vette ratten. Ik gaf een gil, de baboe kwam aangerend en met alleen maar koesj koesj pakte zij dankbaar het geld van mij aan en ging breed smilend weg. De grote ratten kwamen weer terug met hun brutale kleine oogjes mij aankijkend en gingen weer verder met hun gelik. Rillend ging ik weg. O God, wat voor ziekte konden wij daarvan krijgen en Andy die net beter was. De angst sloeg mij om het hart. Onze gastheer was zich van geen kwaad bewust. Wij vertrokken met lunchpakket, wat wij niet gebruikt hebben en lieten per ongeluk Willem zijn aktetas met aanvragen voor visums en andere belangrijke papieren daar liggen. Via prachtig Bogor en uitgebreide lunch aldaar, waren wij vijf uur later in het guesthouse. Toen Halim Airport,Arlette ophalen. Na drie geweldige dagen in het guesthouse wilden wij per trein terug de chauffeurs waren al terug geweest voor de aktetas en weer op weg naar Cilacap. De treinkaartjes gekocht, maar de hond mocht niet in de trein, wat nu weer, de tickets waren op naam. Willem kreeg het lumineuze idee en schreef met keurige drukletters "Anjing" (hond )op zijn ticket. Zonder een probleem werd het geaccepteerd en hadden wij een prachtige reis naar ons huis met onze oudste dochter en heeft ze drie heerlijke weken bij ons kunnen bijkomen. Bruin verbrand en uitgerust is zij met iemand van ons bedrijf terug naar Holland gegaan. Dinkie
dinsdag 24 maart 2009
Airport Port hacourt in Nigeria
Een gelukkige tijd in Nigeria 1970
Afgemat, doodmoe, vier kinderen, vier verhuizingen en zonder enige hulp. Een man die om acht uur s'avonds thuis kwam en heel veel in het buitenland zat en nooit tijd had. Zo kwam ik in ons eerste project terecht: Nigeria, Lagos. Nu was Nigeria anno 1970, vlak na het vertrek van de Engelsen en net na de Biafraanse oorlog nog een bijna koloniaal geheel. Wij kregen daar in Ikoy, een prachtige wijk in Lagos, een beeldig huis in een parkachtige tuin gelegen. Met aan een kant van het huis alleen maar glazen deuren, die allemaal open konden naar een veranda. Bij dat huis een hele grote keuken, ruime slaapkamers en natuurlijk de prachtige tuin met vele bomen en vooral niet te vergeten heel veel personeel. Twee huisbedienden (mannen), die achter het huis op een eigen compound woonden met hun gezinnen. Een tuinman plus hulpje en een nachtwacht en chauffeur. Zo van de hel in de hemel, alles werd gedaan, wassen, strijken, de gehele sjebeng sjebeng. Geen vinger hoefde ik meer uit te steken, een gigantische luxe. Om dit alles nog makkelijker te maken was daar ook nog de Ikoyclub, geheel op Engelse leest geschoeid, met bibliotheek, golfbanen, tennis, judo, squash, een prachtig zwembad en je kon er heerlijk eten en drinken. Na schooltijd zat de hele jeugd dus daar en waren uren zoet.Het project was een regeringsproject via Nedeco en de Nederlandse Ambassade, dus zeer lux. Er was ons zeer veel geld gegeven voor kleding zoals avondjurken, cocktailjurken, sportkleding en nog veel meer, dat was verplicht en beslist geen ramp voor een afgetobd huisvrouwtje, ook voor onze kinderen niet. Er ging een totaal nieuwe wereld voor ons open met heel veel etiquetten en verplichtingen aan de ene kant, luxe en vrijheid aan de andere kant. Je had in Lagos in die tijd, buiten de verplichte feesten via de Ambassade ook nog twee geweldige nachtclubs, de Bachus en de Bagatelle, waar heel veel Libanezen in werkten, buitengewoon charmante mensen. Ik genoot het meest van het vrij zijn, geen huishouden meer. Kunnen doen wat je wilde, zwemmen, thuis komen en het eten stond op tafel, je was was gedaan, super. Je kinderen werden verzorgd en prima verzorgd, er was ook altijd iemand thuis . De chauffeur reed ze overal naar toe en haalde ze ook weer op, ongelooflijk. Maar de fijnste momenten van mijn verblijf daar waren de vele dagen, dat ik met een bananen boot vanaf het Federal Palace hotel (met zwembad en andere luxe) vertrok om dan via de grote vaarroute van alle schepen die naar Lagos gingen, naar Badagry beach te gaan. Die tochten met dat kleine bootje en buitenboordmotor, die het liefst weigerde als je midden tussen de grote schepen voer, was doodeng. Dat kleine smalle houten bootje, daar deinend, steeds dichter naar zo'n schip toe drijvend, een Nigeriaan die in grote paniek maar bleef rukken om de motor aan de praat te krijgen, wij vol spanning, hopende niet overvaren te worden door een van die gigantisch groot lijkende schepen, menig keer als ik net dacht van nu jongens dat was het dan weer, nu eindigt hier mijn leven, startte het kreng en konden wij net op tijd wegvaren van het grote gevaar en opgelucht ademhalen. Maar het kon het verlangen naar die geweldige uren op een totaal eenzaam strand onder een palmdakje zittend en luisterend naar de enorme klappen van de golven op het strand en de heerlijke klappermelk uit de kokosnoten niet verstoren. Uren heb ik daar doorgebracht in mijn eentje. Af en toe een expat of een Nigeriaanse vrouw, die kokosnoten aan mij verkocht. Genoten heb ik van die verrukkelijke dagen met zon, wind, golven en diepe rust. Soms ging mijn jongste zoon met mij mee en speelde dan ook uren op het strand. Dit Badagry beach, zo stil, zo mooi, zo ongerept, met die prachtige palmbomen verderop, zal ik nooit meer vergeten. Dinkie
Badagry beach Lagos
De prachtige golven die met donderend geweld op de kust vielen. Dit is de Atlantische Oceaan.De prachtige golven die met donderend geweld op de kust vielen. Dit is de mooie Atlantische Oceaan.
Badagry beach Lagos 1970
Abonneren op:
Posts (Atom)