donderdag 14 mei 2009

Het geschonde vertrouwen

Het Geschonden Vertrouwen
Langzaam drong het verkeer uit de stad Soerabaja tot haar door. Daar zat ze dan als zesjarige, samen met haar moeder in de dokkar. Ze keek naar haar mooie jurk, die ze zelf had mogen uitzoeken. Zacht galoppeerde het paard met rinkelende belletjes, de koetsier met zijn zweepje gaf lichte klapjes. Haar moeder zag er prachtig uit. Zeer tevreden keek ze rond, naar al die drukte, zonder haar broertje mocht ze zomaar alleen mee, zij en haar moeder: "We gaan nog even langs bij je oom dr Hammacher in het ziekenhuis meisje", zei mijn moeder. Ik knikte. Haar oom was haar zeer vertrouwd, een volle neef van haar vader. Ze had zelfs drie maanden bij hem gewoond, toen ze twee jaar was, vaag wist zij zich daar nog iets van te herinneren, veel vrijheid en veel aandacht. Vrolijk huppelend wandelde ik met mijn moeder het ziekenhuis in. Een non begroette mijn moeder en mij: "De dokter is in de operatiekamer, u weet het wel om de hoek, derde deur". En daar zat hij op een stoel naast de operatietafel. Gauw liep ik op hem af en kuste hem op zijn wang: "Hallo mijn kleine meid weet, je wat dat is, dit is een operatietafel". "O" zei ik,die is groot. Vol vertrouwen keek ik van hem naar de tafel. "Wil jij er eens op zitten". Ik knikte. Hij tilde mij erop. "Ga maar eens liggen".Ja, waarom niet, dacht ik."Kijk", zei hij en dan doen ze zo'n kapje op je gezicht". En zo gebeurde dat. In eens kreeg ik het benauwd, werd doodsbang, vocht en spartelde als een gek, toen ineens viel ik in een diepte en was weg. Toen mijn ogen weer open gingen, had ik het gevoel van allemaal messen in mijn keel en begon te huilen. Nonnen schoten toe met ijswater. Ik weigerde en bleef huilen. In deze spierwitte kamer, met aan beide kanten glas, stonden drie bedjes. Mijn bedje stond aan de binnenkant en ik keek uit op de grote brede gang, waar heel veel planten stonden en mensen op ligstoelen lagen. Aan de andere kant van de kamer keek je door de ramen en openslaande deuren uit op een veranda. Wij lagen met onze kamer, aan het eind van de gang en je zag grote brede treden naar beneden gaan, naar een mooie tuin met heel veel prachtige planten en bloemen, op de gang zag ik verschillende mensen liggen met klein tafeltjes bij zich.  Van ons drieën was ik de oudste. Ik was woedend en heel verdrietig, at niet, dronk niets, weigerde alles. De nonnen waren radeloos. Mijn ouders verschenen op de veranda, mochten er niet in, infectiegevaar, de tropen. (er was nog geen penicilline uitgevonden). Het enige wat ik ze liet zien was mijn boze rug. Mijn oom en de nonnen werden wanhopig, wat ze ook probeerden, ik wilde absoluut niets, hield vol. In de gang lag steeds een vrij jonge hele lange priester, die doodziek uit de Bush was gekomen, malaria en nu herstellende was. Hij lachte naar mij en zwaaide af en toe. Van de nonnen hoorde hij over mijn gedrag. Hij zei:" Laat mij het maar eens proberen". 's Ochtends, toen ik wakker werd,stond hij vriendelijk lachend bij mijn bed, begon meteen een spannend verhaal te vertellen, tussendoor voorzichtig sap voerend met ijs. Vanaf die dag heeft hij mij de hele week verzorgd, wassen, voeren, troosten en verhalen vertellen. De nonnen vonden het prima en zo werd hij mijn persoonlijke verpleger. Toen ik na vier dagen mocht rondlopen, zat ik steeds bij hem. Ik weigerde stelselmatig mijn ouders te zien of te begroeten, het enige wat zij te zien kregen bleef mijn rug. Na zeven dagen mocht ik naar huis, tafels, stoelen en deurposten hield ik vast, weigerde bij hem weg te gaan. Na heel veel praten van zijn kant, over zijn werk in de Bush en alle gevaren en alle zieke mensen daar, begreep ik dat dit weer een afscheid moest zijn. Met een snoezig sneeuwwitje- ringetje nam ik uiteindelijk badend in tranen afscheid van mijn lieve vriend en verzorger. Helaas heb ik hem nooit meer gezien, maar vergeten heb ik hem nooit. En toen mijn dochters geopereerd moesten worden aan hun amandelen, heb ik uren met ze gespeeld wat er allemaal zou gebeuren, zodat ze op alles voorbereid waren. Dinkie

Geen opmerkingen: