Het tweede wonder
Samen zijn wij opnieuw gestart in 1977, beiden gescheiden, failliet en toch met veel plezier huisje in zeeland . Moest opgeknapt worden. Volgens familie een onbewoonbare woning, maar ja, met onze resterende centjes kon dat niet anders. Gelukkig hadden wij wel een grote schuur en een flink lapje grond, daar is wat op gewerkt. Eigen groente, eigen mesthanen, fruitbomen, veel bessenstruiken zoals klapbessen, rode bessen enz . Maar na Tjernobyll kwam daar de klad in. Na 4 jaar buitenlandse projecten, hadden wij weer een spaarpotje waarmee flink verbouwd en uitgebreid is. Toen kwam de baan in Zeeland, zeker geen vetpot en een eigen autootje. Het hele huis werd verwarmd door gevelkachels en twee prachtige allesbranders, maar die gebruikten erg veel hout, heel erg veel. Onze alleraardigste lieve buurman heeft er steeds voor gezorgd, dat er ergens wel weer een boom of takken of hout voor ons klaar lagen. Met eigen aanhanger erheen en Willem weer zagen, takken op de aanhanger, thuis eraf en dan nog klein maken en klieven en dan in het houthok en dat jaar in jaar uit. Voor twee grote houtkachels een enorm gesjouw. Op den duur toen hij wat ouder werd, vond ik het heel erg dat zware gesjouw. Centrale verwarming, dat was de oplossing, maar dat kostte voor ons huisje 12000 gulden en dat was dan nog zwart. Ieder mens heeft zo zijn eigen idee over het hiernamaals en hoe wij hier zijn ontstaan, ik dus ook. Alleen wijken die enigzins af van de meeste en vroeg ik mijn hulplijnen dagelijks: help ons. Dit deed ik iedere dag op een rustig moment b.v als ik in de auto door het prachtige landschap reed. Ik smeekte ze als het ware: het is niet voor feesten, niet voor vakantie, niet voor plezier, maar voor onze heerlijke warmte in de winter. Iedere dag ging ik in gedachten in discussie en legde het hoe en waarom uit tot op een gegeven dag na zo'n 2 maanden ik s'avonds de post open maakte, ook bankafschriften en wat stond daar tot mijn verbijstering? Het volledige bedrag van 20000 gulden staatsloterij, 1/5e lot. Met mijn vinger en vreemde klanken uitstotend sloeg ik steeds op het bankpapiertje. Willem stond te kijken begreep er niets van en dacht we zullen wel weer rood staan, vandaar die vreemde geluiden. Ik bleef maar wijzen, ja wat dan, zo erg kan het toch niet zijn en hij keek en keek en keek nog eens en samen hebben wij toen een rondedansje gemaakt en zijn uit eten gegaan helemaal stuk van blijdschap. De centrale verwarming kwam er en hout was nu een kwestie van keuzes. En naar mijn helpers heb ik wel duizend bedankjes gestuurd. Is dat niet een echt wonder? Dinkie
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten